De hobby van Jeroen Komen uit Liessel brengt hem al jaren op bijzondere plaatsen, waarbij hij een unieke kijk krijgt op het landschap van Europa. Hij maakt foto’s terwijl hij rondvliegt in een propellervliegtuigje. Komende woensdag wordt in de lichtstraat van de Cacaofabriek in Helmond een expositie geopend met 24 luchtfoto’s van Komen.
De fascinatie voor het vliegen en fotograferen begon voor Jeroen ongeveer 27 jaar geleden: “Reizen heb ik altijd fantastisch gevonden. In de loop der jaren is daar ook het vliegen en maken van foto’s bijgekomen.” Op zijn achttiende reisde hij bijvoorbeeld al naar het Midden-Oosten en daarna naar Azië.
Zelfgebouwd vliegtuigje
Toen hij terugkwam in Nederland raakte Komen geïnteresseerd in computers en richtte een eigen ICT-bedrijf op. Dat werd een succesvolle onderneming, maar toch miste hij het avontuur van het reizen. Daarom ontsloeg hij zichzelf in 2009 en stelde een andere directeur aan.
Hij kon rond die tijd een zelfgebouwd vliegtuigje overnemen, waarmee hij zijn droom weer waar kon maken. “Dat was een toestel dat een man helemaal zelf in elkaar had gezet, maar na zijn dood zat zijn vrouw ermee opgescheept. Ik heb het van de weduwe gekocht, zodat ik met een eigen vliegtuigje de lucht in kon gaan wanneer ik er zin in had”, vertelt Jeroen.
Deurne en Liessel
In 2015 verkocht hij zijn bedrijf en legde hij de focus helemaal op zijn luchtfotografie. “Het bleef niet alleen bij het fotograferen zelf, maar ik begon ook met lezingen geven en schreef het boek ‘Ik kan vliegen’. Door die publicatie ben ik eigenlijk ook in eerste instantie in Deurne terechtgekomen en daarna in Liessel”, zegt Komen. “Mijn huidige vriendin had namelijk toen mijn boek gelezen en zo kwamen we met elkaar in contact. Vanwege de school van haar zoon zijn we samen in Deurne beland.”
Tijdens de vluchten komt Jeroen bijzondere taferelen tegen, die hij vervolgens vastlegt: “Mensen verbazen zich vaak over de foto’s, omdat je daarop dingen ziet vanuit een heel ander perspectief dan vanaf de grond. De vormen die je vanuit de lucht tegenkomt, zijn heel divers. Dat zijn functionele zaken, zoals een kerktoren of een gebouw. Maar veel van de foto’s hebben ook een artistieke waarde en lijken soms zelfs kunstwerken.”
‘Hersenstam’
Het beeld dat in zijn geheugen gegrift staat, is dat van de ‘hersenstam’. “Dat is een onbewoond Waddeneiland dat rechts naast de Nederlandse eilanden in het Duitse gedeelte ligt. Het is een zeer bijzonder landschap dat heel erg wordt beïnvloed door het getij en het seizoen. Op de foto die ik ervan maakte, lijkt het eiland van bovenaf gezien net een hersenstam”, legt Komen uit.
Op de 300 tot 500 meter hoogte waarop hij de foto’s maakte, zag hij ook de verrassende verbanden tussen natuur en menselijk gedrag. “Je krijgt op een gegeven moment een oog voor het zien van patronen. Dat zijn enerzijds dingen als snelwegen, spoorlijnen en kanalen, maar anderzijds ook meanders en andere vormen die in de natuur voorkomen”, zegt Jeroen.
Juweeltjes
De 24 foto’s die hij voor de expositie in Helmond selecteerde uit honderdduizenden beelden die hij maakte, sluiten door de patronen ook aan bij het thema van de tentoonstelling Being on the Grid, die een week later opent in De Cacaofabriek Expo. “Dit zijn echt mijn juweeltjes, de allermooiste van de vele foto’s die ik heb gemaakt”, aldus Komen.
Tegenwoordig vliegt hij nog wel regelmatig, maar wel een stuk minder vaak dan vroeger en niet meer in zijn eigen vliegtuigje: “Ik heb nog steeds een geldig brevet en stijg eens in de twee maanden op om weer op avontuur te gaan. Dan huur ik een toestel net over de grens in Duitsland.” Die vluchten voert hij eigenlijk nooit alleen uit. “Er is altijd een passagier bij, zodat ik de kosten kan delen. Bovendien heb je dan een stok achter de deur in de zin van dat je het dan niet even kunt uitstellen tot een dag erna”, zegt Jeroen met een lach.
De expositie met het werk van Komen wordt komende woensdagavond om 19.30 uur geopend in de lichtstraat van de Cacaofabriek aan de Cacaokade 1 in Helmond. De 24 foto’s van Komen zijn daar nog tot en met 5 november te zien.
Foto’s: Jeroen Komen