Inwoners van het werkgebied van waterschap Aa en Maas zijn komend jaar circa 10 procent meer kwijt aan waterschapsbelasting dan in 2025. Een gezin met een koopwoning met een WOZ-waarde van 460.000 euro gaat met ingang van het nieuwe jaar 433 euro betalen; dat is 43 euro meer dan dit jaar. In 2026 betaalt een alleenstaande huurder 158 euro, een stijging van 14 euro.
“We zien de waterschapslasten de komende jaren fors stijgen. Dat is een logisch gevolg van de noodzakelijke investeringen die we doen om een veilige, bruikbare leefomgeving voor onze inwoners te borgen”, zegt dagelijks bestuurslid Joël Scherrenberg van Aa en Maas.
Het waterschap wil in 2026 fors investeren om te kunnen blijven voorzien in schoon, voldoende en veilig water. Om dit te kunnen financieren is volgens Scherrenberg de stijging van de waterschapsbelasting nodig: “Daarnaast hebben we te maken met stijgende prijzen door marktontwikkelingen en oplopende bouwkosten. Een verhoging van de belastingtarieven is geen leuke boodschap, maar is onvermijdelijk om veilig en gezond te kunnen blijven wonen, werken en recreëren.” De totale kosten voor 2026 worden begroot op 187 miljoen euro. In 2025 was dit 176 miljoen euro.
In tegenstelling tot particulieren gaan agrarische ondernemers juist minder waterschapsbelasting betalen. Dat heeft te maken met de verandering van de Waterschapswet en de komst van een nieuw belastingstelsel per 1 januari 2026. Hierin wordt een in het verleden ontstane scheefgroei opgelost. De waterschaplasten voor een agrarisch bedrijf van 520.000 euro met 60 hectare grond dalen daardoor met 544 euro en zijn volgend jaar 7.051 euro.
Foto: waterschap Aa en Maas
