Een gevonden dagboek, oude foto’s en een vader die portretschilder was: voor Michel van den Molengraft (72) vormden ze het begin van een onderzoek naar de Deurnese Marie van Houts. Het resulteerde in het boekje ‘Marie van Houts-Enkele reis Lourdes’, waarin hij het leven van een bijzondere vrouw reconstrueert. “In het begin hadden sommige elementen nog geen betekenis. Na de puzzelstukjes in elkaar gevonden te hebben, kreeg het beeld over het veel te korte leven van Marie ineens vorm”, vertelt Van den Molengraft.
Marie van Houts (1903-1947) bood aan het einde van de oorlog onderdak aan kunstenaars in haar huis aan de toenmalige Houtenhoek 9 in Deurne. Zo ontstond er een kleine kunstenaarskolonie. “Mijn vader was Peer van den Molengraft, een Eindhovense portretschilder. Hij verbleef van midden 1944 tot eind 1946 in het huis van Marie. Samen met kunstenaars als Willi Martinali, Harrie Pardoel en Jan van Gemert. Later ging hij mee op reis naar Lourdes, samen met Marie.” De band tussen Marie en Peer was volgens Van den Molengraft van grote genegenheid; ondanks een leeftijdsverschil van twintig jaar.
Archiefmateriaal
Na het overlijden van zijn vader werden de dozen met archiefmateriaal doorgespit. Daarbij werd onder andere een dagboek gevonden. “Veel had toen voor mij geen betekenis. Het dagboek werd gedeeld met de familie van Marie, die maar weinig van haar wist. Zij was immers al lang geleden overleden”, legt Van den Molengraft uit.
Voor zijn onderzoek raadpleegde hij onder meer Pieter Koolen van Heemkundekring Deurne, het kadaster en Theo Vosmeer van Deurnewiki. Diverse bronnen werden naast elkaar gelegd. “Uit respect heeft mijn vader het materiaal bewaard, om haar verhaal niet te laten verdwijnen.”
Boekpresentatie
Vorige maand gaf Van den Molengraft een boekpresentatie in Cultuurcentrum Deurne. De publicatie telt 56 pagina’s. “Het is een bescheiden boekje, maar zit wel bomvol informatie. Het is niet geromantiseerd geschreven en ook niet een volledige biografie. Ik heb enkele aannames moeten maken”, vertelt Van den Molengraft.
“Zo zijn er aanwijzingen dat ze in Echt op school bij de Ursulinen heeft gezeten. Marie vertelde aan de kunstenaars dat ze onderwijzeres was. Daar is echter geen bevestiging voor gevonden. Op haar identificatie stond dat ze landbouwster was en op de overlijdensakte stond ‘zonder beroep’. Het zou kunnen dat ze zich tegenover de kunstenaars als gelijkwaardig wilde voordoen.”
Dagboek
Het schrijven van het boekje nam ongeveer een half jaar in beslag. Binnen de familie was het verhaal al langer bekend, maar er werd nauwelijks over gesproken. “Met het boek wil ik recht doen aan het leven van Marie. Wat heeft ze meegemaakt? Waar is ze geweest?”, zegt Van den Molengraft.
De kern van het boek wordt gevormd door de dagboekfragmenten van Marie zelf. “Het dagboek begint op het punt dat ze ziek is. In het begin leek het op lupus, later bleek dat het huidkanker in het gezicht was. Daarvoor moest ze iedere dag morfine innemen. De pijnen die ze had waren onmenselijk.”
Citaten
Voor Van den Molengraft zijn vooral de citaten uit het dagboek het meest aangrijpend. “De manier waarop ze over mijn vader schrijft, raakt me. Ook de worsteling die zij heeft gehad met haar geloof is boeiend.”
Marie schreef over gesprekken met pastoors en kapelaans over haar onvervulde kinderwens. “Zij hielden haar voor dat dit haar lot was: zij zou geen moeder worden want zij had een ander lot en haar roeping lag in dienst aan de kerk. Zelf kon zij zich daar niet bij neerleggen”, vertelt Van den Molengraft. In haar dagboek schrijft ze hoe zij ook een aards kind van zichzelf zou willen vasthouden. “Dat vind ik voor een vrouw uit 1944 heel dapper en een standpunt”
‘Muze Marie’
“In mijn ogen was Marie een vrijgevochten vrouw. Dat is ook voelbaar in het boek. De manier waarop zij omging met haar ziekte, hoe zij haar huis openstelde voor onderdak aan kunstenaars en het einde van haar leven. Ze maakte nog een laatste reis naar Lourdes, waarbij ze wist dat ze nooit meer terug kon gaan naar haar huis in Deurne. Ze deed dingen met vol besef en bepaalde haar eigen koers”, legt Van den Molengraft uit.
“Ik noem haar ook wel muze Marie, want dat is ze geweest voor de kunstenaars. Dat is voor hen belangrijk. Ze geven inspiratie en creativiteit, die verder gaat dan hun eigen verbeelding.” Haar huis was een plek van betekenis voor Deurne en maakt volgens Van den Molengraft deel uit van de Deurnese cultuurcanon.
Het verhaal is volgens de auteur van ‘Marie van Houts-Enkele reis Lourdes’ voor een breed publiek interessant: “Het is inspirerend, juist voor jonge mensen, om dingen te durven en te ondernemen. In het boekje zijn bovendien afbeeldingen van de kunstwerken van mijn vader opgenomen, in reflectie op Deurne, Marie, het huis en de omgeving.”
Het boekje is te koop bij Museum de Wieger, VVV Deurne en Heemkundekring Deurne. Wie nog een herinnering heeft aan Marie van Hout, kan die sturen naar vandenmolengraft@gmail.com
Beeld: Michel van den Molengraft







