Uit onderzoek bij de reconstructie van de N270 van Deurne richting de grens met Limburg blijkt dat in het Walsbergse bos dicht bij de berm van de weg beschermde Alpenwatersalamanders leven. Om te voorkomen dat de dieren worden verstoord of per ongeluk worden gedood tijdens de wegwerkzaamheden, heeft de aannemer langs het bos over een lengte van ongeveer 300 meter amfibieschermen van 50 centimeter hoog ingegraven.
In het voorjaar trekken de salamanders richting het water in het Walsbergse bos om zich voort te planten. “Dankzij vangemmers langs het scherm kunnen we de salamanders vangen op weg naar het water en daar onder toezicht van een ecoloog veilig uitzetten. Tussen maart en mei 2023 hebben we zo ongeveer 150 salamanders gevangen. Dat is veel meer dan we hadden verwacht”, zegt de provincie.
Winterslaap
Het scherm voorkomt ook dat de salamanders zich in het najaar voor hun winterslaap opnieuw ingraven in de bodem waar de weg komt te liggen. Voorlopig blijft het amfibiescherm daarom staan, na afloop van de werkzaamheden wordt het weer verwijderd.
De beschermde Alpenwatersalamanders zijn niet de enige dieren die leven in het gebied aan weerszijden van de N270. Daarom wil de provincie dat er faunatunnels komen onder de weg door: “We willen niet dat dieren straks de N270 of de parallelwegen en fietspaden oversteken. Tenminste, niet over de weg heen. Een aanrijding met een beest is immers zo gebeurd. Om de dieren veilig van de ene naar de andere kant te kunnen laten lopen, gaan we vier zogenaamde faunaduikers aanleggen.”
Tunnels
Deze tunnels onder de weg zijn speciaal voor kleine dieren als egels, marters en bunzingen. Eén van deze tunnels is speciaal voor dassen bedoeld. Deze wordt een stukje groter van omvang dan de andere tunnels. “Om de dieren naar deze tunnels te leiden, plaatsen we langs de hele N270 faunarasters met voldoende beschutting. Hier gebruiken we de boomstronken voor van de gekapte bomen”, zegt de provincie.
De parallelwegen die worden aangelegd bij de reconstructie van de N270 komen in bosgebied te liggen, waardoor er een stukje van het gebied verloren gaat waar marterachtigen zoals de steenmarter, bunzing en wezel leven. “Om dit te compenseren leggen we op verschillende plekken in het bos marterhopen aan en een houtwal. Zo breiden we hun leefgebied weer uit. We gebruiken hiervoor het hout van het stukje bos dat weggehaald is en de boomstronken van de bomen die we langs de weg gekapt hebben”, aldus de provincie.
Foto: provincie Noord-Brabant
