De provincie Noord-Brabant moet van de rechter binnen een half jaar een nieuw besluit nemen over meerdere verzoeken van twee milieuverenigingen. Die willen dat de vergunningen van een aantal veehouderijen vlakbij natuurgebieden, zoals de Deurnsche Peel en Mariapeel, worden ingetrokken of beperkt. De rechtbank Oost-Brabant oordeelde woensdag dat alle partijen daarover opnieuw met elkaar rond de tafel moeten gaan zitten.
Pluimveehouder Frank Rooijakkers uit Helenaveen is één van de tien getroffen veehouders. Hij is ontzettend teleurgesteld in de uitspraak, zegt hij tegenover Pluimveeweb.nl: “In gesprek gaan kunnen we, samen koffie drinken maar wat kunnen we ermee? Ik heb echt niet het idee dat we dan dichter bij elkaar komen. Dit voelt als uitstel van executie.”
Naast het verzoek van de milieuverenigingen voor onze regio willen zij dat dat dit ook gebeurt met de vergunningen van een aantal veehouderijen vlakbij andere Natura 2000-gebieden, zoals Kampina & Oisterwijkse Vennen, de Groote Peel en Kempenland-West. De verenigingen vrezen voor onherstelbare schade aan de natuur door de stikstofuitstoot van de bedrijven. De provincie wees deze verzoeken eerder af, waarna de milieuverenigingen naar de rechter stapten.
Voorbarig
De provincie vindt het te ver gaan om de vergunningen in te trekken of te beperken. Zij wijst op de landelijke en provinciale maatregelen die worden genomen om te stikstofdepositie op de daarvoor gevoelige Natura 2000-gebieden te verminderen. Volgens de provincie is het intrekken van de vergunningen of beperken van de bedrijven willekeurig, disproportioneel, onevenredig en voorbarig.
De rechter zegt zich goed te realiseren dat het in deze zaak gaat om lastige en ingewikkelde keuzes, omdat hier het natuurbelang tegenover de belangen van de betrokken veehouders staat: “Een keuze voor het belang van de één, gaat ten koste van het belang van de ander.”
Achteruitgang
Toch moet volgens de rechtbank worden geconcludeerd dat alle beschermde habitats in de Deurnsche Peel, Mariapeel en Groote Peel erop achteruitgaan. Ook in de andere gebieden gaat het met de habitats steeds slechter of wordt achteruitgang niet uitgesloten. “Dat is niet toegelaten”, aldus de rechter.
Die vindt dat er in dit geval een blijvende, substantiële daling van stikstofuitstoot moeten plaatsvinden binnen één jaar: “Het enkel bewerkstelligen van een blijvende daling van stikstofdepositie is in dit geval niet genoeg en te langzaam. De LBV en LBV-plus, waarbij de deelnemende bedrijven vrijwillig stoppen, hebben te weinig effect op de betrokken Natura 2000-gebieden.”
Passende maatregelen
De provincie moet van de rechter nu actie ondernemen tegen de bedrijven. Dit is volgens de rechtbank de enige manier om te komen tot relevante verbetering van (delen van) het gebied: “De provincie moet bij de soort en de omvang van de passende maatregelen rekening houden met de omstandigheden van ieder geval. Gedeeltelijke intrekking kan een van de passende maatregelen zijn.”
Die nieuwe maatregelen moet de provincie bepalen in een nieuw besluit op het verzoek van de milieuverenigingen. Dit moet gebeuren in overleg met de bedrijven en de verenigingen. Hiervoor moeten de partijen volgens de rechter dus opnieuw het gesprek met elkaar aangaan. De provincie krijgt er een half jaar de tijd voor.
Foto: Pixabay