Op dit moment rijden er tussen Eindhoven en Venlo door werkzaamheden helemaal geen treinen maar afgelopen zaterdag reed er wél een trein door Deurne en nog wel een heel bijzondere ook. De ouderwetse 23 023-5-stoomlocomotief passeerde het station op weg van Utrecht naar Keulen.
De rit was georganiseerd door het Stoomgenootschap dat regelmatig met de oude trein rijdt om mensen mee terug te nemen naar een tijd dat alles nog minder snel ging. Zo’n rit met een stoomlocomotief op het hoofdspoor kan natuurlijk niet zomaar, daar gaat een boel geregel aan vooraf. Eigenlijk zou de trein eind september de route al gaan rijden maar de extreem gestegen kolenprijzen, de vele werkzaamheden aan het spoor en het gebrek aan materieel en mensen gooide roet in het eten.
Spoor 3B
Zaterdagochtend was het rond 9.00 uur dan toch zover en galmde door de omroepinstallatie van de stations Utrecht Centraal en Den Bosch: “Dames en heren, de internationale stoomtrein naar Keulen vertrekt van spoor 3B!” Honderden reizigers hadden zich verzameld op de perrons om bij de tweede rit van dit jaar mee te kunnen reizen.
Deurne
Nadat de stoker het vuur op de juiste temperatuur had, floot de conducteur en met een imposant geluid en flinke rookpluim vertrok de stoomtrein voor zijn reis richting Duitsland. Hierbij kwam de trein ook met ruim 100 kilometer per uur door onder meer Deurne.
E10
Na ongeveer tweeëneenhalf uur kwam station Venlo in zicht waar er een bijzondere ontmoeting plaatsvond met de tweede locomotief van de reis: een oude E10. Dat is een elektrische locomotief uit de jaren ‘50 van de voormalige Bundesbahn. Een model dat veel modelspoor-verzamelaren ook in hun collectie hebben. Vanaf Venlo reedt de oude Duitse E10 de wagons in ongeveer een uur naar Keulen.
Terugreis
Daar hadden de reizigers de kans om de stad te ontdekken. Aan het begin van de avond werd de terugreis gestart met de oude E10 locomotief als krachtbron tot de grens met Nederland. Daarna werd de stoomlocomotief bij de grens weer opgestookt om de reis terug verder te volbrengen.
Foto: Michel Lintermans
