Boeren mogen ook in de regio Deurne twee weken langer dierlijke mest uitrijden op grasland dan normaal. Dat meldt landbouwminister Femke Wiersma in een brief aan de Tweede Kamer. Verschillende brancheorganisaties hadden gevraagd om meer tijd, omdat er door de natte weersomstandigheden te weinig mogelijkheid is geweest om de mest uit te rijden.
“We zijn blij dat minister Wiersma de situatie erkent en ons heeft gehoord”, zegt bestuurder Jos Verstraten van LTO-vakgroep Melkveehouderij. “Melkveehouders die als gevolg van de natte omstandigheden een valse start van het groeiseizoen hebben ervaren kunnen daarmee de mestruimte toch goed benutten.”
Restant stikstofgebruiksruimte
In plaats van 31 augustus duurt het uitrijseizoen nu tot en met 15 september. Het uitstel geldt voor grasland in heel Nederland. “Ik bied hiermee landbouwers met nog een restant stikstofgebruiksruimte dierlijke mest de mogelijkheid deze drijfmest op grasland op een voor het milieu verantwoorde manier langer te kunnen uitrijden”, zegt minister Wiersma. Met de actie wil ze voorkomen dat deze mest moet worden afgezet op de mestmarkt en daarmee de druk op die markt verder wordt vergroot.
In de maanden februari, april en mei van dit jaar viel er gemiddeld over het land twee keer zoveel neerslag als het langjarig gemiddelde over 1991-2020 voor deze maanden. Ook in de maanden die relatief droog waren, zoals maart, waren er dagen met extreem veel neerslag.
Niet voldoende ruimte
Deze weersomstandigheden hebben ertoe geleid dat de begaanbaarheid van het land voor de agrariërs het hele voorjaar moeilijk was en dat het hierdoor op heel veel plekken in Nederland niet mogelijk was om tijdig de dierlijke mest uit te rijden. In sommige gebieden is de situatie zo extreem dat dit uitstel volgens de LTO zelfs nog niet voldoende ruimte geeft.
De land- en tuinbouworganisatie heeft naast de verlenging van het uitrijseizoen ook aan de minister gevraagd om uitstel van de vanggewasverplichting bij mais en het loslaten van kalenderlandbouw waar het gaat om overige gewassen.
Foto: Nederlands Centrum voor Mestverwaarding