19.2 C
Deurne
maandag 29 april 2024
Home- DeurneDeurne gaat geuroverlast in buitengebied aanpakken met drie pilotprojecten

Deurne gaat geuroverlast in buitengebied aanpakken met drie pilotprojecten

Geuroverlast is met name in het buitengebied van Deurne regelmatig het gesprek van de dag. Hoewel de gemeente meldt dat in de afgelopen twee decennia het leefklimaat in dat gebied al sterk is verbeterd, zijn er een aantal plekken waar nog steeds sprake is van een matig tot slecht woon- en leefklimaat. Reden voor Deurne om deel te nemen aan drie pilotprojecten die hier verbetering in moeten brengen.

Wethouder Biemans meldt dat op korte termijn voorbereidingen worden getroffen voor onder meer een pilot rond combiluchtwassers. Deze wordt door de provincie Noord-Brabant in samenwerking met onder andere de Universiteit Wageningen uitgevoerd. De pilot vindt plaats op vier plekken verspreid over Brabant, waaronder de gemeente Deurne.

Gezonde leefomgeving
“In ons raadsprogramma en Toekomstvisie 2030 is het belang van een gezonde leefomgeving aangegeven, evenals de ambitie om toe te werken naar een gezonde leefomgeving voor onze inwoners en bezoekers. Ik voel de urgentie om deze gebiedsgerichte opgave zo spoedig mogelijk op te pakken”, zegt Biemans.

Zeker sinds vorig jaar de documentaireserie Stank en Strijd van tv-programma Zembla werd uitgezonden, ligt de werking van combiluchtwassers in Deurne onder een vergrootglas. In het programma bleek dat die filters een stuk minder effectief zijn in de terugdringing van geuroverlast dan werd gedacht. Op de 37 locaties die Zembla onderzocht in Deurne bleek de stank bijna te verdubbelen, terwijl de combiluchtwassers juist zouden moeten leiden tot een afname van de geurhinder.

Arbeidsintensief
Een ander probleem dat in het onderzoeksprogramma van BNNVARA aan de orde kwam, wordt in de tweede pilot aangepakt: de Crisis- en herstelwet (Chw). Hiermee heeft de gemeente in theorie een middel om bestaande geurhinder aan te pakken maar inmiddels demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) concludeerde in februari dat Deurne er geen gebruik van maakte omdat het instrument door de gemeente als arbeidsintensief en juridisch risicovol werd ervaren.

“Deurne is op de hoogte van dit instrument, maar loopt naar eigen zeggen aan tegen het probleem van een complexe onderbouwing van de toepassing van dit instrument. Verder heeft de gemeente zorgen over de omvang van de nadeelcompensatie”, zei Heijnen eerder dit jaar.

Noodkreten
Ook wethouder Marinus Biemans heeft in de afgelopen jaren op verschillende momenten zijn zorgen hierover geuit aan het ministerie. Hij benadrukte in die noodkreten dat de Crisis- en herstelwet en Wet geurhinder geen soelaas bieden voor bestaande situaties en dat de manoeuvreerruimte voor de gemeente onvoldoende was om keuzes te maken voor gewenste duurzame ontwikkelingen.

Naast de pilots rond de combi-luchtwassers en de Crisis- en herstelwet moet er een Ontwikkeltuin komen, waarin gebiedsgericht wordt geprobeerd om het leefklimaat zo optimaal mogelijk te verbeteren. “Met name op locaties waar er sprake is van korte afstanden tussen wonen en intensieve veehouderij. Dat maakt deze opgave gebiedsgericht. Daarnaast hebben een aantal recente rechtelijke uitspraken invloed op de (beleids)keuzes van overheden, zo ook op die van de gemeente Deurne”, aldus wethouder Biemans.

Geurnormen
Eén van die ontwikkelingen is de aanpassing voor de normen van geur, die gaan gelden voor zowel nieuwe als bestaande veehouderijen. Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (CDA) stuurde onlangs een Kamerbrief over de aanscherping van de standaard- en grenswaarden. Hierbij wordt volgens haar voortaan rekening gehouden met de uitspraak van de rechtbank waarbij 19,4 odour units als bovengrens voor geurbelasting wordt gehanteerd.

Iets waar bijvoorbeeld vereniging Stop de Stank zich al lange tijd hardmaakt: “Wij strijden ervoor dat er geen enkele vergunning wordt verleend indien de geurbelasting hoger dan 19,4 odeur is.” Die wens lijkt nu uit te komen met de plannen van Heijnen. De rechtbank in Den Haag oordeelde in september 2022 dat de overheid acht omwonenden van intensieve veehouderijen uit onder meer Deurne te weinig heeft beschermd tegen geurhinder en zij dit direct ongedaan moet maken.

Nieuwbouw
Waar het beleid zich nu vooral richt op nieuwbouw, wordt in de toekomst ook naar de geuruitstoot gekeken van bestaande bedrijven. Op dit moment kan er zolang de activiteiten van een veehouderij niet wijzigen, niets gedaan worden aan een geurbelasting die hoger is dan 19,4 odeur.

Dit moet dus volgens de voorstellen van Heijnen veranderen, waarbij een nieuwe grenswaarde voor geurbelasting gaat gelden. Hoe hoog deze wordt, is één van de onduidelijkheden in de brief van de demissionair staatssecretaris. Er staat ook niet in vermeld wat het verschil wordt in verhouding tot de standaardnormen. Daarnaast wordt er geen duidelijkheid gegeven over de rol van gemeenten bij het vaststellen van grenswaarden.

Onderzoek
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) schat dat bij ongeveer 1500 tot 2500 woningen in Limburg, Noord-Brabant en Gelderland sprake is van een geurbelasting die hoger is dan 20 odour. Heijnen laat op dit moment onderzoek doen om de exacte situatie in kaart te brengen.

Ook wordt bij het bepalen van de nieuwe normen gekeken naar de resultaten van het onderzoek ‘Geurhinderonderzoek stallen intensieve veehouderij’ uit 2001. Bureau Gezondheid, Milieu en Veiligheid van de GGD’s Brabant en Zeeland stellen een geactualiseerde versie op, waarin ook de invloed van de minder goed werkende combiluchtwassers wordt meegenomen.

50 procentregeling
Verder vervalt bij uitbreiding van veehouderijen de 50 procentregeling. Hierbij moest de geurbelasting van bedrijf bij uitbreiding met 50 procent afnemen ten opzichte van de normoverschrijding. Volgens de nieuwe voorstellen moet de veehouderij voldoen aan de standaardnorm. Voldoet het bedrijf niet aan de deze norm, dan kan het niet meer uitbreiden. Daarbij wordt bij de nieuwe geurnormen ook nog rekening gehouden met cumulatie van geur.

De gemeente Deurne geeft aan dat er op dit moment nog geen duidelijke wettelijke kaders of standaard instrumenten voor handen zijn om de leefomgeving in (dicht)bevolkte gebieden rondom intensieve veehouderijen te verbeteren. “De gemeente moet dus zelf een aanpak hiervoor ontwikkelen. De gemeente Deurne zoekt hiervoor de samenwerking met andere partijen zoals het ministerie van I&W, provincie Noord-Brabant, Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant en de GGD”, zegt wethouder Marinus Biemans.

Complex
Hij legt uit dat de opgave groot en complex is en op langere termijn inspanningsverplichting van alle overheden op lokaal, provinciaal en landelijk niveau vraagt: “De ontwikkelingen op hoger gelegen overheidsniveaus, zoals bijvoorbeeld de aanpassing van de nationale geurwetgeving en de beleidskeuzes over de transitie van de landbouw, zijn van grote invloed op deze opgave en zal doorwerking hebben op lokaal beleid, zoals op ons Omgevingsplan.”

Naast ontwikkelingen in beleid en regelgeving, zorgen ook lopende rechtelijke procedures en nieuwe toekomstige onderzoeken en inzichten ervoor dat de aanpak op lokaal niveau te maken heeft met veel onzekerheden. “Daarom moet de lokale aanpak dus kunnen anticiperen op deze toekomstige ontwikkelingen”, zegt Biemans. Hij pleit daarom voor een ‘lerende aanpak’ om invulling geven aan deze opgave.

Leren
De wethouder noemt als voorbeeld het Schone Lucht Akkoord, waarbij de gemeente deze werkwijze toepast, om het aantal (geur)gevoelige objecten in een matig tot slecht woon-leefklimaat te verminderen met 50 procent in 2030. Hierbij moeten zaken als geur, fijnstof en endotoxine op gevoelige objecten worden teruggedrongen en moeten nieuwe overbelaste situaties of uitbreidingen daarvan worden voorkomen. “Evaluatie en monitoring van deze ‘lerende aanpak’ gezondheid en geur in het buitengebied, zijn ‘key’ in de aanpak van deze opgave”, aldus Marinus Biemans.

Pas begin april van vorig jaar kwam er schot in de zaak over geuroverlast in Deurne na de eerste uitzending van de documentaire Stank en strijd van Zembla. Toen kreeg de gemeente ineens het bericht dat staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat en minister Henk Staghouwer van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar Deurne zouden komen om samen met de gemeente te kijken naar praktijkgevallen, de regelgeving en waar het volgens de gemeente schuurt.

Uit die overleggen kwam onder andere naar voren dat Deurne op korte termijn een werkbare manier van aanpak wil hebben voor situaties waarbij sprake is van grote geurhinder. “Dit wil de gemeente doen door aan de hand van een of meerdere concrete casussen een werkbare aanpak te ontwikkelen die daarna breder toegepast kan worden. Deze aanpak moet in ieder geval leiden tot vermindering van het aantal overbelaste geurgevoelige woningen”, zegt demissionair staatssecretaris Heijnen.

- Advertentie -
Lees ook

Meest Gelezen