De tentoonstelling ‘De Camino Deurne’ in de Willibrorduskerk aan de Markt wordt sinds de opening afgelopen zondag al goed bezocht. Caminogangers halen er samen herinneringen op en bezoekers die de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella (nog) niet gelopen hebben, raken enthousiast door de verhalen en foto’s.
Dat is ook precies de bedoeling van initiatiefnemer Patrick van Erp. Hij vertelt aan DMG hoe hij als voorzitter van de Stichting Behoud Sint Willibrorduskerk Deurne op het idee kwam voor deze expositie: “Ik ben een geschiedenisfanaat. Deze eeuwenoude route, ontstaan begin negende eeuw, fascineert mij. Zelf heb ik de tocht niet gemaakt, maar ik heb wel veel plaatsen bezocht die op de route liggen.”
Eén van de plekken is Cruz de Ferro, waar de pelgrims een steen neerleggen, beschreven met hun zorg of last die ze hopen achter zich te laten. De foto van de indrukwekkende stenen heuvel komt uit Patricks privécollectie. Ernaast staat een bak met keitjes die bezoekers van de tentoonstelling mogen beschrijven en achterlaten aan het einde van hun bezoek.
‘De Deurnese route’
Er is namelijk een ‘route’ uitgezet in de kerk die geïnteresseerden meeneemt vanaf Deurne tot aan Cabo Finisterre, het eindpunt waar menig camino-ganger zijn schoenen verbrandt. Er zijn natuurlijk meer wegen die hiernaartoe leiden, maar deze route is gebaseerd op de tocht zoals de Vlierdense Theo en Loes Mennen die maakten.
“Wij hebben hen, en vele anderen, geïnterviewd over hun ervaringen”, vertelt medesamensteller Frans Flipsen. “Ook hebben we digitale foto’s gekregen en attributen die typerend zijn voor de camino.” Mede dankzij deze Deurnenaren is de ‘route’ door de kerk levensecht geworden.”
Stempelposten
Zo liggen er bijvoorbeeld verschillende pelgrimspaspoorten waarop stempels staan van de plaatsen die wandelaars en fietsers aandoen. Als die pas volstaat, krijgen ze een compostelaat, een getuigschrift, dat aantoont dat ze de tocht officieel volbracht hebben. In de kerk staan ook ‘stempelposten’ waar bezoekers een stempel kunnen halen.
Ook is er een levensgrote oude kaart te zien waarop diverse parcoursen staan uitgetekend. Afhankelijk van de route die men kiest, is de afstand 2.400 tot 2.600 kilometer. Sommigen kiezen ervoor een deel te lopen. Anderen, zoals het echtpaar Mennen, gaan voor het volledige traject.
Elke pelgrimganger heeft zo zijn eigen reden om te gaan, blijkt ook uit de citaten op de tentoonstellingsborden. Zo is er te lezen: ‘Bezinning na mijn pensioen.’ ‘Overlijden van mijn echtgenoot’ en ‘Als sabbatical’. Allemaal herinneringen van deelnemers aan de tijd dat ze de tocht aflegden.
Herbeleving
Toevalligerwijs kwamen drie bezoekers die de tocht gelopen of gefietst hebben elkaar deze week tegen op de tentoonstelling. Ze begonnen meteen verhalen te vertellen. “Deze expositie is een soort herbeleving voor mij. Heel leuk om doorheen te lopen en andere pelgrims te ontmoeten”, vertelt één van de mannen.
De Deurnese Camino is niet alleen boeiend voor mensen die de tocht maakten, ook andere bezoekers raken geïnspireerd. “Ik kan het helaas niet met mijn gezondheid, maar door deze tentoonstelling te bekijken, heb ik het gevoel er toch een beetje bij te zijn”, zegt een bezoekster.
‘De Camino Deurne’ is tot 26 oktober gratis te bezichtigen in de Willibrorduskerk aan de Markt. De openingstijden zijn van dinsdag tot en met zondag tussen 14.00 en 16.30 uur.
Foto’s: Josanne van der Heijden