De provincies Noord-Brabant en Limburg hoeven geen vrijstelling voor agrarische beregeningsputten in de bufferzones rond de Peel op te nemen in het beheerplan. Dat oordeelde de rechtbank Oost-Brabant donderdag. Dit betekent dat agrariërs die hun percelen met grondwater willen beregenen in droge periodes, een natuurvergunning moeten aanvragen. Dat geldt niet voor putten die voor 10 juni 1994 zijn geslagen.
Omdat het hoogveen in de Peel heeft te lijden onder een te lage grondwaterstand maakten de provincies Noord-Brabant en Limburg in 2018 een beheerplan waarin een vrijstelling was opgenomen voor grondwateronttrekkingen in de bufferzones rondom de Peel voor het beregenen van landbouwpercelen. De rechtbank en de Raad van State oordeelden in 2019 dat de gevolgen voor de Peel beter moesten worden beoordeeld en vernietigden de vrijstelling.
Hoogveen
De provincies lieten vervolgens een onderzoek uitvoeren. Hierbij is gekeken naar de grondwaterstanden in en rond de Peel in de afgelopen jaren. Ook is de staat van de natuur in de Peel onderzocht. Daar is het volgens het onderzoek niet goed mee gesteld omdat de oppervlakte van herstellend hoogveen achteruit gaat.
Ook is met verschillende modellen het effect van grondwateronttrekking voor agrarische beregening ingeschat en is in het onderzoek aangenomen dat die grondwateronttrekkingen kunnen leiden tot daling van de grondwaterstand. Daarom hebben de provincies de vrijstelling niet meer opgenomen in het beheerplan voor de Peel en moeten boeren voor een grondwateronttrekking alsnog een natuurvergunning aanvragen.
Grote gevolgen
Een groep van 51 boeren, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond zijn het hier niet mee eens en stapten naar de rechter. Zij vinden dat de provincies rekening moeten houden met de grote gevolgen voor hun bedrijfsvoering. Die is al jarenlang afhankelijk van grondwateronttrekking, vooral in droge zomers.
De rechtbank geeft met een voorbehoud aan dat voor grondwateronttrekkingen met putten die zijn geslagen en vergund of geregistreerd zijn voordat de Peel in 1994 Europees rechtelijk werd beschermd, in beginsel geen natuurvergunning en dus ook geen algemene vrijstelling nodig is. Die putten mogen nog steeds worden gebruikt. De rechtbank oordeelt verder dat de provincies op basis van het onderzoek terecht geen algehele vrijstelling hebben opgenomen in het beheerplan, omdat nadelige gevolgen van deze grondwateronttrekkingen voor de grondwaterstand en voor de Peel niet kunnen worden uitgesloten.
Kleine oppervlakte
De boeren en bonden benadrukken dat de geringe oppervlakte herstellend hoogveen niet opweegt tegen hun economische belangen. De Peel krijgt echter de volle 100 procent bescherming van de nationale regelgeving en de Europese Habitatrichtlijn. Daarom oordeelde de rechter dat hoewel het om een kleine oppervlakte hoogveen gaat, dat niet wil zeggen dat andere belangen voorrang krijgen ten koste van de natuur.
Foto: waterschap Aa en Maas