De gemeente Deurne moet een schadevergoeding van 2.500 euro betalen aan een inwoner waarvan de gemeente in 2017 de adresgegevens in de basisregistratie personen wijzigde en opnam dat hij was vertrokken naar een onbekend land. Niet omdat de hoogste rechter dit onrechtmatig vindt, maar omdat de hele procedure twee jaar langer heeft geduurd dan de vier jaar die daar wettelijk voor zijn toegestaan.
Voor elk half jaar overschrijding van de ‘redelijke termijn’ moet de man van de Raad van State 500 euro schadevergoeding krijgen voor de door hem geleden immateriële schade. Het hoger beroep dat de man had aangespannen werd door de rechter ongegrond verklaard, behalve het betoog over de overschrijding van de termijn. De Raad van State vernietigt daarmee een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant uit 2021, waarin werd gesteld dat de man geen recht op schadevergoeding.
Briefadres
De kwestie begint in 2016 als bij een adresonderzoek van gemeente Deurne blijkt dat de man niet meer woont op het adres waarop hij in de basisregistratie personen staat ingeschreven. Op advies van het college heeft hij dan gevraagd om ingeschreven te worden op een briefadres. Het college van burgemeester en wethouders (B&W) gaf de inwoner een periode van maximaal drie maanden dat hij ingeschreven kon blijven met het briefadres in Deurne. Nadat deze periode was verstreken, heeft de man geen aangifte gedaan van een woonadres of verzocht om verlenging van het briefadres.
Opnieuw startte het college een adresonderzoek en vroeg het de man om informatie. Hij liet toen telefonisch aan de gemeente weten dat hij rond carnaval zou verhuizen. Volgens het college heeft hij vervolgens geen informatie meer verstrekt. Daarom werd hij uitgeschreven uit de basisregistratie personen en geregistreerd als vertrokken naar ‘land onbekend’.
Verhuizing
De man heeft volgens B&W van Deurne niet gereageerd op de verzoeken van het college om zich met een woonadres in te schrijven of verlenging van zijn briefadres in te dienen. Ook heeft hij nagelaten de gemeente te informeren over zijn voorgenomen verhuizing die niet doorging. Zijn feitelijke verblijfplaats bleef onbekend.
In juni 2017 dient de Deurnenaar een bezwaarschrift in bij de gemeente per fax. Dat is het moment dat de procedure officieel begint en die afgelopen week na zes jaar eindigde. Want de man vond dat de gemeente hem onterecht had uitgeschreven. Volgens hem was hij wel bereikbaar per telefoon, e-mail, brief en in persoon.
Kortste eind
Doordat de langslepende kwestie de zogenoemde redelijke termijn overschrijdt, trekt de gemeente aan het kortste eind en moet zij de man een vergoeding betalen. Het bedrag is door de Raad van State naar boven wordt afgerond naar 2.500,00 euro. De man had ook gevraagd om de vergoeding van de proceskosten, maar omdat er volgens de hoogste rechter geen sprake is van ‘een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand’ wordt deze niet vergoed.
Ook heeft hij bij de zitting verzocht om vergoeding van de door hem gemaakte reis- en verletkosten. Hiervan wordt in totaal 86,86 euro aan reiskosten toegekend.
Foto: Pexels
