Na de melding van een mond- en klauwzeergeval (MKZ) bij een waterbuffel-houderij in de Duitse deelstaat Brandenburg heeft de Stichting Brancheorganisatie Kalversector (SBK) uit voorzorg per direct een opzet- en afvoerverbod voor vleeskalveren ingesteld.
Minister Wiersma van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft vrijdag in een brief aan de Tweede Kamer bevestigd dat er besmettingen zijn geconstateerd bij het bedrijf in het Duitse Hönow.
Zorgen
Land- en tuinbouworganisatie LTO zegt in nauw contact te staan met het ministerie van LVVN om de situatie te monitoren. Daarbij wordt ook samengewerkt met andere betrokken sectororganisaties en Vee&Logistiek Nederland. “We begrijpen dat dit zorgen oproept. Gezamenlijk geven alle betrokken organisaties het dringende advies om voorzorgsmaatregelen te nemen en zo het risico op insleep en verspreiding van het virus te minimaliseren”, aldus de LTO.
De ingesteld maatregel is tijdelijk en geldt tot zondag 19 januari. Hierdoor is het op dit moment verboden om vleeskalveren, ongeacht herkomst, op te zetten en/of af te voeren vanaf een in Nederland gevestigde kalverhouderij. Afvoer rechtstreeks naar een kalverslachterij is wel toegestaan.
Daarnaast is het ook na 19 januari verboden om vleeskalveren op te zetten die afkomstig zijn uit het Duitse Brandenburg. Deze maatregel geldt vooralsnog voor onbepaalde tijd. LTO Nederland en de andere leden van ZuivelNL ondersteunen deze maatregel vanuit de kalverhouderij.
Alertheid
Naast het besmette bedrijf in Hönow zijn geen andere MKZ-besmettingen of vermoedens bekend. Maar met de uitbraak van 2001 in het achterhoofd, is volgens de land- en tuinbouworganisatie alertheid geboden: “Daarom geven we een dringend advies aan alle sectoren met voor MKZ gevoelige dieren, zoals rundvee, varkens en kleine herkauwers, om voorzorgsmaatregelen te nemen.” Dit geldt volgens de LTO ook voor erfbetreders.
Mond-en-klauwzeer verloopt bij schapen en geiten meestal vrij mild, maar bij rundvee en varkens kunnen de gevolgen veel ernstiger zijn. De ziekte begint in en rond de bek en aan de klauwen. Dieren hebben koorts, maken een zieke indruk en eten minder. Ook krijgen ze blaren op onder andere de rand van de huid en klauw, op de tong en in de mond.
Bij runderen daalt de melkproductie sterk en de dieren gaan kwijlen. Besmette volwassen dieren gaan meestal niet dood aan de ziekte, maar bij jonge dieren komen soms sterftepercentages voor van 100 procent.
Foto: Pixabay
