Geen groot feest afgelopen woensdag, want dat hoefde voor Piet en Tonny Verstappen uit Deurne niet. Toch hadden ze wel degelijk iets te vieren; ze waren die dag precies 60 jaar getrouwd en daarom kwam burgemeester Greet Buter op bezoek om het diamanten echtpaar te feliciteren. Na al die jaren samen vol hoogte- en dieptepunten zijn ze nog steeds gelukkig met elkaar en altijd in voor een dolletje.
Voor Piet en Tonny zijn de 60 jaar samen, zoals het zelf noemen: ‘een bewogen en avontuurlijke tijd’. Een leven dat hen leidde van de Zeilberg naar Aruba en uiteindelijk weer terug naar Deurne en waarin hun twee zonen en dochter werden geboren en ze inmiddels trotse grootouders zijn van hun zes kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen. Maar de levensweg van Piet en Tonny zit ook vol bijzondere ontmoetingen met mensen van allerlei pluimage die je niet elke dag tegenkomt.
Hun eerste ontmoeting ligt veel verder terug in de tijd dan de 60 jaar van hun huwelijk. “Ik denk dat we ongeveer zo waren”, zegt Tonny terwijl ze haar hand ruim een meter van de grond houdt om aan te geven hoe groot ze toen waren. “Piet kwam altijd al vaak bij ons thuis over de vloer. Ik denk dat we toen 4 en 7 jaar oud waren.”
‘Verrekte kat’
Op dat moment was het vonkje tussen de twee nog niet overgesprongen. Piet herinnert zich dat hij Tonny zelfs nog een flinke valpartij heeft bezorgd: “Ze fietste toen rond en ik had een stok tussen de spaken van haar fiets gestoken, omdat ik haar toen een verrekte kat vond.” Nu kunnen de twee er hartelijk om lachen, maar destijds belandde Tonny met haar gezicht op de grond van een sintelpad.
“Het was eigenlijk een oude voetbalkeet van Helmond Sport. Toen we het ding op gingen halen, dachten ze dat we het wilden gebruiken als brandhout.”
Toch ontstond er iets moois tussen Piet en Tonny en trouwden ze op 18- en 21-jarige leeftijd. Hun eerste eigen onderkomen was eenvoudig maar knus. “Het was eigenlijk een oude voetbalkeet van Helmond Sport. Toen we het ding op gingen halen, dachten ze dat we het wilden gebruiken als brandhout”, vertelt Tonny lachend. “Die hebben we toen omgebouwd met een keukentje erin en een opklapbed”, voegt Piet toe. “Ik werkte toen bij Ad van der Burgt in de metaal- en ijzergieterij aan de Fabriekstraat. Van hem mochten we de keet daar op het terrein neerzetten.”
Irenestraat
Toen hun oudste zoon werd geboren bleek het houten onderkomen toch te klein en ging het gezin tijdelijk terug naar de ouders van Tonny. Hun eerste echte huis kochten ze voor 16.000 gulden; een woning aan het begin van Snoertsebaan in de Zeilberg. Na een aantal jaren verhuist het stel naar de Irenestraat. Bij Piet en Tonny verschijnen meteen twee brede glimlachen als ze terugdenken aan die tijd. “Dat was zo’n fijne buurt, daar hebben we zoveel leuke dingen meegemaakt”, zegt Tonny. Piet knikt instemmend: “Dat was ook de tijd dat we prinsenpaar zijn geweest van De Pottenbakkers. De hele Zeilberg hadden ze toen volgehangen met vlaggetjes en overal posters met mijn gezicht erop.”
Hoewel het wonen in de Zeilbergse Irenestraat hen goed beviel, kwam er iets op hun pad waardoor hun leven ineens een heel andere wending kreeg. Zowel Tonny als Piet hebben in de 60 jaar samen heel verschillend werk verricht. Dat liep voor Tonny uiteen van onder andere taxichauffeur tot huishoudster en voor Piet van het werken in de mijnen tot kraanmachinist én chauffeur van VIP-bussen.
Bekendheden
Dat werk deed hij voor het Helmondse bedrijf ESCC en daarbij vervoerde hij talloze bekende personen tot in het Oostblok toe. “Vaak waren dat artiesten zoals Henny Huisman, Ronnie Tober en Bonnie St. Claire. Maar ook politici als Erich Honecker van de DDR en de toenmalige Russische president Michail Gorbatsjov”, vertelt Piet.
Tonny weet nog dat er in die tijd ook regelmatig een reclame op tv te zien was waar Piet met de grote Voyager-bus in voorkwam: “We hebben er nog een videoband van liggen waar het op staat. Dat was een reclame voor Telebingo waarin Piet met de bus kwam aanrijden en dan stapte Nana Mouskouri uit om het programma te promoten.”
Aruba
Het werk bij ESCC bracht hen in 1990 op een onverwachte manier naar Aruba. “De eigenaar van het busbedrijf wilde emigreren en vroeg of wij daarbij konden helpen om op het eiland dingen te regelen. Als hij voor de tickets zou zorgen, vonden wij het prima”, zegt Tonny. Het werk op het eiland bestond uit uiteenlopende dingen, waaronder ook huishoudelijke taken.
“Toen er in de Story een bericht werd gepubliceerd over dat ik samen met Corrie van Gorp verkleed had meegelopen in een carnavalsoptocht op het eiland, was dat tijdschrift bij Bouwmans in de Zeilberg destijds binnen de kortste keren uitverkocht.”
Dat was ook de buurman in het appartement ernaast niet ontgaan. “Op een gegeven moment klopte André van Duin bij ons aan en die vroeg of wij dat soort werk niet ook voor hem konden doen. Hij woonde destijds samen met zijn toenmalige partner Wim op het eiland en had daar een huis gekocht”, vertelt Tonny.
Bijzondere tijd
Vijf jaar lang was het stel de steun en toeverlaat voor André van Duin en Wim van der Pluijm. Piet verzorgde de planten in de tuin, deed klusjes en onderhield het zwembad en Tonny was de huishoudelijke hulp. “Dat was ook een heel bijzondere tijd en natuurlijk heel anders dan hier in Deurne. Ik weet nog dat er in die tijd ook artikelen in bijvoorbeeld de krant stonden over ons. Toen er in de Story een bericht werd gepubliceerd over dat ik samen met Corrie van Gorp verkleed had meegelopen in een carnavalsoptocht op het eiland, was dat tijdschrift bij Bouwmans in de Zeilberg destijds binnen de kortste keren uitverkocht. Zo kregen de mensen in Deurne toch nog wat mee van wat er bij ons op Aruba gebeurde”, lacht Tonny.
Het verblijf op het eiland had zo zijn voor- en nadelen, weten de twee nog: “We hadden er ondertussen een eigen huis gebouwd. Je had daar verder niet veel nodig, behalve een airco vanwege de hoge temperaturen”, vertellen Piet en Tonny. De afstand tussen hen en de kinderen en kleinkinderen was één van de minder leuke dingen aan het leven op Aruba. “Bellen was te duur, dus we hadden een fax waarmee we op en neer communiceerden en we stuurden elkaar ook videobanden en foto’s”, legt Tonny uit.
Maassingel
Het avontuur op het Caraïbische eiland komt echter in 1995 op een trieste manier tot een einde als de partner van André van Duin overlijdt. De komiek verkoopt vervolgens zijn huis op Aruba en keert terug naar Nederland. Ook Piet en Tonny gaan terug en moeten hier weer opnieuw beginnen.
Dat komt uiteindelijk weer helemaal goed op het moment dat ze een woning aan de Maassingel vinden, waar ze nu na 29 jaar nog steeds wonen en nooit meer weg willen. “Onze dochter had gezien dat Siem Pepping een bord in de tuin had gezet omdat het huis te koop stond. Toen hebben we direct gereageerd en na een bezichtiging zagen we het meteen zitten”, vertellen Piet en Tonny.
Niet achter de geraniums
Afgelopen woensdag werden ze in diezelfde woning bezocht door burgemeester Greet Buter die hen feliciteerde. “Op zich hoefde er voor ons niet zoveel aandacht aan besteed te worden, maar dat de burgemeester langskwam was toch wel heel leuk. We hebben gezellig met haar over de goeie oude tijd kunnen kletsen en ook over hoe het nu met ons gaat”, zegt Tonny. Over een kleine twee weken wordt ze 78, maar achter de geraniums zitten is er voor haar voorlopig nog niet bij. Piet is inmiddels 80 jaar en doet sinds vier jaar geleden na een delier wat rustiger aan.
Allebei zijn ze op hun eigen manier nog mobiel; Piet met zijn scootmobiel en Tonny met de auto of nog liever met haar elektrische fiets. Nog wekelijks pendelt ze onder andere op en neer naar Someren om de lokale weekbladen op te halen en die dan te bezorgen bij een aantal bewoners van een zorginstelling in Deurne, maar ook bij andere mensen die anders zonder lokaal krantje zitten. Daarnaast gaat ze graag met een vriendin op pad om al fietsend te geo-cachen.
‘Frietazzi’
Ook de kookkunsten van Tonny zorgen ervoor dat ze nogal eens de weg op moet om één of meerdere van haar culinaire creaties bij iemand te bezorgen. “Dat is eigenlijk mijn hele leven al zo dat ik vaak eten klaarmaak voor anderen; van soep tot stamppot en van pudding tot eigengemaakte appelmoes”, zegt Tonny.
Ook Piet kan elke dag rekenen op de keuken van Tonny en dat is maar goed ook, kan hij zich herinneren: “De enige twee keer dat ik heb geprobeerd te koken was dat geen succes. Ik heb eens van alles tegelijk in de frituurpan gegooid om er een soort ‘frietazzi’ van te maken en de andere keer wilde ik een ei bakken, maar ook dat liep toen niet goed af”. Tonny: “Toen was hij iets op tv aan het kijken dat zo spannend was dat hij vergat dat er een pan op het vuur stond, dus die was toen helemaal zwart geblakerd. Onze kinderen zeiden toen al: mam, ons pap mag nooit meer koken.”
“De boete bedroeg 25 gulden, maar omdat ik zei: ‘En daar gaade gullie zeker nou unne borrel van drinken bij de Peelpoort’, kwam er nog eens 15 gulden bovenop voor het beledigen van een ambtenaar in functie.”
De liefde van Tonny voor het rondsjezen in Deurne en omgeving op haar E-bike, had ze vroeger ook al, maar dan met een veel sneller vervoermiddel. Ze kan zich een voorval herinneren waarbij ze even de motorfiets van Piet had geleend: “Hij had in die tijd een BSA 500 en ik moest eventjes ergens heen. Dus ik vroeg de sleutels en reed weg; zonder rijbewijs en zonder helm. Dan kun je het al wel raden.”
Tonny werd aangehouden door de twee welbekende lokale agenten van toen; Vlielander en Ederveen: “De boete bedroeg 25 gulden, maar omdat ik zei: ‘En daar gaade gullie zeker nou unne borrel van drinken bij de Peelpoort’, kwam er nog eens 15 gulden bovenop voor het beledigen van een ambtenaar in functie”, vertelt Tonny.
En zo kan het diamanten echtpaar nog wel uren doorgaan met het vertellen over hun avontuurlijke leven; een bijna oneindige schat aan boeiende anekdotes die Piet en Tonny samen in herinnering houden.
Foto: Peter Verstappen