Het ontwerp van de provincie voor de vergunning van de uitbreiding van compostfabriek Attero in Deurne deugt van geen kanten, zegt Anita Maassen van Actiegroep (G)een Frisse Toekomst (G.F.T.). In een zienswijze gericht aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant zet de actiegroep uiteen dat het vergunningsontwerp verschillende formele gebreken heeft. Ook zijn de 266 handtekeningen bijgevoegd van de petitie tegen de uitbreiding.
De aanvraag voldoet volgens de groep van bezorgde bewoners niet aan de eisen omtrent IPPC-installaties, het geuronderzoek is ondeugdelijk, het stikstofonderzoek ontbreekt en lijkt ondeugdelijk en het akoestisch effect is niet beoordeeld.
Veel overlast
Mestfabrieken, een vergistings- en composteerbedrijf zoals Attero, puinverwerking en andere zwaar overlast veroorzakende bedrijven, horen volgens Actiegroep (G)een Frisse Toekomst (G.F.T.) niet thuis in de buurt van woonwijken. “Toch is dat in Deurne het geval. De bewoners van de wijken Koolhof, Zeilberg en St. Jozefparochie ervaren veel overlast. Zij maken zich ernstig zorgen over hun gezondheid”, geeft Maassen van de actiegroep aan in de brief.
Schade aan milieu
De provincie heeft eind vorig jaar een ontwerpbesluit genomen voor het verlenen van een omgevingsvergunning aan Attero waarmee het bedrijf de productie- en opslagcapaciteit mag vergroten. Dat ziet de actiegroep niet zitten: “De leefbaarheid van heel veel inwoners van Deurne staat onder grote druk. Ook ontstaat er schade aan het milieu.”
Formele gebreken
Er is sprake van een aantal formele gebreken die deze vergunning in de weg staan, concludeert Maassen: “Het bouwen van de tanks en het bedrijven van de inrichting zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden activiteiten. Het is dan ook niet toegestaan dat een vergunning gefaseerd wordt aangevraagd. Dat is wel gebeurd.”
Ontbrekende rapportages
Ook ontbreken de onderliggende rapportages van het stikstofonderzoek. “Er is enkel een AERIUS-berekening ter inzage gelegd. De aannames die daarin zijn gedaan zijn, in afwezigheid van het stikstofonderzoek, niet te controleren. In de kennisgeving is niet aangegeven dat het gaat om een IPPC-installatie”, legt Maassen uit.
Verkeerd omgerekend
Het geuronderzoek voor de vergunning is op verschillende punten niet deugdelijk, vindt de actiegroep. “Er is ten eerste geen rekening gehouden met het optreden van diffuse emissies. Er zijn ook geen serieuze maatregelen beschreven om die terug te dringen. Het gehanteerde reductierendement voor geur bij de gebruikte zure wasser is niet realistisch.” Bij de berekeningen van de geuruitstoot is volgens Maassen ook uitgegaan van een onderzoek naar een andere installatie en zijn die gegevens verkeerd omgerekend naar de situatie bij Attero.
Toename geluidsproductie
Tot slot is er volgens Maassen helemaal niet gekeken naar het akoestisch effect van de installatie terwijl er wel een toename in geluidsproductie is te verwachten: “In het vergunning-besluit wordt het uitgangspunt gehanteerd dat er geen sprake is van veranderingen ten opzichte van de geldende vergunningen. Dat is niet juist, nu er sprake is van een verhoogde capaciteit en meer vrachtwagenbewegingen.”
De Actiegroep (G)een Frisse Toekomst (G.F.T.) heeft de provincie nu gevraagd de vergunning in te trekken. Ook vraagt de groep om de voorbereidingsprocedure opnieuw te starten en daarbij de nu nog ontbrekende stukken ter inzage te leggen.