Een lezing over ‘Zestig jaar Molukkers in Helmond en omgeving’ verwacht je misschien niet zo snel in Den Draai in Deurne-Zeilberg. Toch kon de bijeenkomst maandagavond rekenen op een groot aantal geïnteresseerden, waarvan sommigen zichtbaar geëmotioneerd waren door de woorden van Noël Silalahi: “We kregen veel positieve reacties en op enkele vlakken waren er ook herkenningspunten. Dat raakt mensen.”
Silalahi is voorzitter van de Helmondse Stichting Ain ni Ain en was gevraagd door de gezamenlijke erfgoedinstellingen van Deurne, Asten en Someren om het verhaal te vertellen over de circa 12.500 Molukse mensen die in 1951 en daarna door onze regering onvrijwillig naar Nederland werden gehaald. Het ging vooral om voormalige militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en hun families.
Tekst gaat verder onder de video.
Wijken
Omdat zij tijdens de Bersiap (1945-1947) aan de kant van Nederlanders hadden meegevochten, liep hun leven na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949 gevaar. De ex-KNIL-ers werden in Nederland opgevangen in barakkenkampen. In Zuidoost-Brabant verleende onder meer de gemeente Gemert onderdak aan honderdtwintig Moluks/Indische gezinnen. Ook werden zij in 1964 gehuisvest in Helmond, waar een Molukse woonwijk van dertig huizen verrees.
De lezing van Silalahi in de Zeilberg was de vierde en laatste lezing van de cyclus ‘Hoe gastvrij zijn we in Brabant|Opvang migranten vroeger en nu’. Deze werd opgezet door een werkgroep met leden van Heemkundekring H.N. Ouwerling Deurne, Heemkundekring De Vonder Someren-Asten, Stichting Behoud Kasteelerfgoed Asten /Anna Ceelen Huis, Museum Klok & Peel Asten en het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven.
Migrantendebat
De werkgroep wil met de cyclus een positieve bijdrage leveren aan het actuele migrantendebat. In het kader hiervan zijn door de werkgroep ook eerder al bijeenkomsten gehouden met de Leidse prof. Dr. Leo Lucassen, Z.O.N.-directeur Bart Wijnen en vluchtelingenwerkers Annelie Bankers en Pim van Dalen.
Foto: DMG