Omdat het in de maand februari droger was dan normaal en de temperaturen in het begin van maart opliepen, neemt waterschap Aa en Maas maatregelen op bepaalde plekken in haar werkgebied. De verwachting is dat de rest van maart op een enkel buitje na ook droog zal verlopen. Dan kan het watersysteem verder opdrogen en gaan grondwaterstanden zakken.
“Februari was droger dan gemiddeld en dat is bijzonder, na maar liefst twintig natte en zeer natte maanden op rij. Omdat het begin van maart bovendien warm en zonnig was, heeft dat direct gevolgen voor ons watersysteem”, aldus het waterschap.
Deurnsche Peel
In het werkgebied van Aa en Maas viel gemiddeld in februari 45 millimeter neerslag. Dat is 30 procent minder dan wat er normaal valt in die maand. Het waterschap meldt dat de grondwaterstanden overal zijn gezakt, met gemiddeld twintig tot wel veertig centimeter: “Alleen op de Deurnsche Peel bleven de grondwaterstanden stabiel. Dat is te verklaren, omdat een zo stabiel mogelijke grondwaterstand hoort bij het hoogveengebied dat daar ligt.”
Een klein deel van de regio heeft nog te maken met hogere grondwaterstanden dan gemiddeld door de maandenlange ‘nattigheid’. Dat zijn delen van de Maashorst, de Strabrechtse Heide en andere natuur- en bosgebieden op de hogere zandgronden. Volgens Aa en Maas staan de grondwaterstanden in deze gebieden nu zo’n halve meter lager dan vorig jaar, toen het extreem nat was: “In de rest van ons werkgebied – op de lagere gronden en in de polders – staat het grondwater rond het gemiddelde of tot wel twintig centimeter lager dan je op dit moment zou mogen verwachten.”
Bodemstructuur
Ondanks dat het nu een al een tijd droog is, staat er her en der nog steeds water op het land en is de bodem nog zeer nat. Dat komt volgens het waterschap doordat het water op deze percelen niet in de grond kan zakken: “Dat heeft vaak met de bodemstructuur te maken. Die kan bijvoorbeeld dichtgereden zijn met zware machines, in combinatie met de natte omstandigheden. Een andere mogelijke oorzaak is dat er op specifieke plekken nog kwelwater naar boven komt op laaggelegen percelen.”
Aa en Maas neemt nu al maatregelen met het oog op de drogere periode die eraan komt: “Tegelijk houden we rekening met lokale natte omstandigheden en landbewerkingen die plaatsvinden. Waar het moet, worden stuwen fors lager gehouden dan het zogeheten streefpeil. Het streefpeil wordt door het waterschap jaarrond nagestreefd tijdens gemiddelde weersomstandigheden. Na twintig maanden van zeer natte omstandigheden, staan we nu op een omslagpunt naar droge omstandigheden en daar zullen we op moeten anticiperen.”
Foto: Marijke Vaes-Schroën | Staatsbosbeheer
