Werkgroep Behoud de Peel was maandag net als een aantal andere natuur- en milieuorganisaties aanwezig bij het overleg met bemiddelaar Johan Remkes en ministers Van Der Wal (Natuur en Stikstof) en Jetten (Klimaat). De conclusie bij de bijeenkomst over de stikstofaanpak was dat de afzwakking van de doelen er niet in zit. De organisaties houden vast aan het jaar 2030 waarin de stikstofuitstoot met 50 procent verlaagd moet zijn.
Het zal volgens Behoud de Peel een integrale aanpak moeten worden die niet alleen is gericht op stikstof, maar ook op CO2 en methaan (klimaat), droogte, bestrijdingsmiddelen en waterkwaliteit. “Er zal een heel ander soort landbouw dienen te komen: natuurinclusief, met meer biodiversiteit. De overheid zal deze transitie goed dienen te faciliteren en er voor moeten zorgen dat er een verdienmodel bij komt. Ons inziens is dit recent goed verwoord in het GroenBoeren-plan. Voor de agrariërs dient er zekerheid te komen voor de lange termijn”, geeft Wim van Opbergen van Behoud de Peel aan.
Geen uitstel
De beroepen van de werkgroep zijn medebepalend geweest voor de stikstofuitspraak uit 2019. “Daarom wilden we ook meepraten over de maatregelen die er nu hopelijk eindelijk eens gaan komen. Wat dat betreft: alle natuurorganisaties en ook beide ministers waren het er over eens dat de situatie voor natuur en milieu zo ernstig is dat afzwakking van de doelen er niet in zal zitten en ook geen uitstel in het afgesproken tijdspad om tot die doelen te komen. Grote eensgezindheid was er ook over de soort maatregelen”, meldt werkgroep Behoud de Peel.
Mestoverschot
Bij de aanpak moet volgens Behoud de Peel en andere natuur- en milieuorganisaties naast het nastreven van natuurinclusieviteit en biodiversiteit, ook worden gekeken naar de mest: “Heel belangrijk daarbij: er zal afgestapt moeten worden van het systeem van import van grondstoffen voor veevoer vanuit diverse werelddelen, waardoor we hier met het enorme mestoverschot en bijkomende problemen blijven zitten.”
3000 bezwaren
Van Opbergen legt uit dat het probleem van de overmaat aan ammoniakdepositie op de natuur al begin jaren tachtig bekend was: “Werkgroep Behoud de Peel diende in 1982 haar eerste bezwaar in tegen toename van ammoniak uit een veehouderij. Er volgenden zo’n 3000 bezwaren, waarvan zo’n 300 beroepen bij de Raad van State. Ik heb u daarvan een overzicht gestuurd, waaruit duidelijk blijkt dat de overheid het probleem steeds voor zich uit schoof. Op 29 mei 2019 kwam de uitspraak op onze zes beroepen tegen PAS-vergunningen. Sinds die tijd is er alweer nauwelijks iets gebeurd.”
Niet genoeg
De stikstof-uitstoot enkel met technische innovaties aanpakken of door veehouderijen opkopen, is volgens de voorman van Behoud de Peel niet genoeg: “Dan is het waarschijnlijk zo dat het mestoverschot en de methaanuitstoot even groot blijven, of zelfs groter worden. Wanneer bijvoorbeeld enkel veehouderijen worden opgekocht, vanwege stikstof, is de kans groot dat er rondom de natuur nog meer intensief grondgebruik komt, zoals leliekwekerijen, graszodenbedrijven, boomteelt met veel water- en gifgebruik, zodat er van de gewenste natuurinclusieve landbouw en meer biodiversiteit niks terecht komt.”
Op papier
Behoud de Peel vindt verder dat de volgens hen latente ruimte in de vergunningen voor veehouderijen direct dient te worden afgeschaft. Ook moet volgens de werkgroep worden voorkomen dat er tegelijkertijd met het uitkopen van veehouderijbedrijven elders weer dieren bijkomen door middel van bijvoorbeeld interne saldering. “Daarmee worden door middel van emissiearme technieken die in de praktijk meestal veel minder werken dan op papier beloofd, vaak veel meer dieren gehouden, dusdanig dat zelfs op papier de emissie (vrijwel) gelijk blijft. Niet alleen neemt de emissie dan niet af, maar er komt ook weer meer mest, methaan, enzovoorts”, zegt Van Opbergen.
De Peel
Natuurlijk vraagt de werkgroep ook specifiek aandacht voor de verdroging van de Peel: “De waterstand zal in een ruime zone rondom de natuurgebieden (voor de Peel 2 tot 3 kilometer) fors verhoogd dienen te worden. Dit mede gezien de noodzakelijke klimaatadaptatie. Dit vereist veel meer nieuwe natuur en/of een veel extensievere, nattere, natuurinclusieve landbouw.”