Met het wisselvallige weer van de laatste dagen in Deurne lijken de lange zomerse avonden nog ver weg, maar vannacht komen we er toch weer wat dichter bij in de buurt. Zondag 26 maart wordt de klok om 02.00 uur een uur vooruit gezet en gaat de zomertijd in.
Hierdoor zal het in de ochtend een uurtje langer donker zijn en in de avonduren blijft het een uur langer licht. Op 29 oktober 2023 start de wintertijd en gaat de klok weer een uur terug. De meeste klokken van moderne apparaten zoals computers en mobiele telefoons verzetten automatisch de tijd, alleen voor analoge klokken en veel wekkers moet dit handmatig gebeuren.
Gezondheidsklachten
Door het verzetten van de klok naar zomertijd duurt de nacht een uur korter, iets waar mensen en dieren gezondheidsklachten van kunnen ondervinden. Ondanks meerdere pogingen van diverse partijen in Nederland en Europa om de zomertijd af te schaffen, wordt jaarlijks nog steeds de tijd verzet.
‘Echte tijd’
Nederland kent van 1916 tot 1945 en van 1977 tot nu een zomertijd. Maar de wintertijd die wij kennen is eigenlijk de ‘echte tijd’. Voor de eerste invoering van zomertijd was er dus altijd het hele jaar wintertijd. Het doel van het verzetten van de klok is om tijdens het jaar de daglichtperiode beter overeen te laten komen met de tijden waarop de meeste mensen wakker zijn. Ook zou het energie besparen, maar daar lopen de meningen over uiteen.
Duitse Keizerrijk
De eerste invoering van zomertijd vond plaats tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het Duitse Keizerrijk voerde zomertijd in op 30 april 1916. De reden hiervoor was om de handel efficiënter te maken. Nederland was in deze oorlog neutraal, maar volgde een dag later. Deze zomertijd liep tot 1 oktober 1916. Vanaf dat moment tot 1939 was elk jaar sprake van zomertijd en wintertijd. In 1940-1942 werd het hele jaar zomertijd de zomertijd aangehouden, terwijl van 1943 tot en met 1945 weer gebruik werd gemaakt van afwisselend zomertijd en wintertijd.
Oliecrisis
Na de Tweede Wereldoorlog werd de klok van 1946 tot en met 1976 niet verzet. Het was in deze periode elk jaar het hele jaar wintertijd. Pas in 1977 werd de zomertijd opnieuw ingevoerd. Door de oliecrisis moest er energie bespaard worden en had men het idee dat dit kon worden gedaan door weer de klok te gaan verzetten. In 1977 tot en met 1980 liep de zomertijd van de eerste zondag van april tot de laatste zondag voor 2 oktober. Sinds 1981 worden de start- en einddatum bepaald op basis van een algoritme dat vanaf 1981 door de Europese Unie is vastgesteld. Hierbij begint de zomertijd op de laatste zondag van maart om 2.00 uur en eindigt op de laatste zondag van oktober om 3.00 uur.