Waterschap Aa en Maas wil langs de beek De Vlier ter hoogte van de Bruggenseweg in Deurne over een lengte van 3,5 kilometer natuurvriendelijke oevers aanleggen. In tegenstelling tot een steile oever, kunnen op deze geleidelijk aflopende overgangen van land naar water verschillende planten groeien, die kleine waterdiertjes, vissen, insecten, vogels en zoogdieren aantrekken.
Voor de aanleg van de natuurvriendelijke oevers langs een deel van De Vlier heeft het waterschap vorige maand een omgevingsvergunning aangevraagd. Het plangebied ligt ten noordwesten van Deurne en ten oosten van Helmond. De benodigde gronden zijn in bezit van waterschap Aa en Maas, de gemeente Deurne of Staatsbosbeheer.
Vislift
Het uiteindelijke doel van de geleidelijk aflopende oevers is dat er een goed toeven ontstaat voor waterplanten en -dieren die er voedsel kunnen zoeken, schuilen of zich voort kunnen planten. “Dit doen we door een tweetal nevengeulen (meanders) te verlengen en weer aan te takken op De Vlier. Hierdoor ontstaat een groter gebied waarin verschillende soorten waterplanten en waterdieren kunnen leven. We zullen ook bomen planten en houtpakketten plaatsen in schaduwrijke delen van De Vlier. Tot slot plaatsen we een vislift bij drie stuwen, zodat vissen deze kunnen passeren”, meldt waterschap Aa en Maas.
Net als na de aanleg van een tuin, ziet een natuurvriendelijke oever er in het begin vaak kaal uit. Afhankelijk van het bodemtype duurt het drie tot vijf jaar, voordat een oever helemaal is begroeid.
Foto: archief DMG/waterschap Aa en Maas
