6.1 C
Deurne
vrijdag 24 januari 2025
TOP-BANNER-ANIM-3-SEC
Home- DeurneDeurnese Bart Nelissen voor vijfde keer als fysiotherapeut mee met Dakar Rally

Deurnese Bart Nelissen voor vijfde keer als fysiotherapeut mee met Dakar Rally

Van bivak naar bivak. Opbouwen, afbouwen en wéér opbouwen. Dat om dagelijks motordeelnemers van het Bas Dakar Racing Team op te lappen. Het was niet de eerste keer dat Bart Nelissen uit Deurne als fysiotherapeut mee ging naar Dakar Rally in Saudi-Arabië. “Binnen nu en vijf jaar wil ik zelf meedoen.”

Echt spannend is het inmiddels niet meer voor hem. Zo eerlijk moet hij zijn. Begrijpelijk ook wel: fysiotherapeut Bart, eigenaar van Fysio Nelissen in Deurne, is nu al vijf keer naar de oliestaat toegegaan. De laatste vijf edities van Dakar Rally, dat zijn oorsprong in 1979 kent, werden daar immers verreden. “Onze rijders, acht in totaal, zitten heel de dag alleen op hun motor. In de gloeiende hitte, dat is lichamelijk héél zwaar.”

Hij weet hoe het fysiek is om motorrijder te zijn. De 38-jarige Nelissen deed vroeger aan motorsport. “Iedereen die een sport op niveau uitoefent, heeft de droom om het hoogst haalbare te bereiken. In mijn geval: wereldkampioen te worden. Ik keek vroeger met mijn pa naar Dakar Rally en zei toen al: ‘daar wil ik aan meedoen’. Dat is nu het geval, maar wel aan de veilige kant. Zonder de risico’s van het zélf meerijden”, zo legt hij uit.

“Voortaan is het plannen geblazen, aangezien we acht deelnemers in ons team hebben. Die komen allemaal op andere tijden binnen.”

Bas Dakar Racing Team kwam jaren geleden bij Nelissen uit omdat hij fysiotherapeut en fysiek trainer is. Én hij een achtergrond in de motorcrosssport heeft. “Destijds hadden we maar drie rijders in ons team, toen had ik voldoende tijd om ze op te lappen. Voortaan is het plannen geblazen, aangezien we acht deelnemers in ons team hebben. Die komen allemaal op andere tijden binnen.” De ene deelnemer doet voor de winst mee, de ander voor de beleving.

Mental coaching
Nelissen ‘onderhoudt’ ze, zoals hij dat zelf zegt. “Kijk, als iemand bijvoorbeeld een botbreuk heeft, kan ik ook niks betekenen. Zie wat ik doe als een combinatie van het geven van een fysiobehandeling in combinatie met mental coaching.” Hij geeft als voorbeeld een rijder die op dag twee z’n schouderblad geknikt had. In vaktermen ook wel bekend als greenstick fractuur.

“Die was bijna gebroken. Hij zat er mentaal helemaal doorheen, wilde stoppen. Ik ging tijdens de behandeling het gesprek met hem aan. Ze kunnen hun ei bij mij kwijt. Het is prettig om iemand in het bivak te hebben om mee te sparren, denk ik. Dat heeft zijn vruchten afgeworpen: een dag later sprong hij weer op de motor en won zelfs nog twee stages. Dat geeft mij het gevoel dat ik ook echt iets bij kan dragen”, klinkt het. Om een idee te krijgen: zo’n bivak, waar alle teams in verblijven, is één vierkante kilometer groot.

Verzengende hitte
Zo begaf de Deurnenaar zich twee weken in de hitte. Gaf hij behandeling na behandeling. Sliep hij kort, moest bijna dagelijks honderden kilometers reizen om naar het volgende bivak te gaan. Veel zag hij onderweg niet. “Uitgestrekte woestijnen. Kilometers asfalt. Je komt haast niemand tegen. Er is niks te doen. De sport leeft er ook niet. Maar de infrastructuur daar is ideaal en in Saudi-Arabië hebben ze het geld om dit soort evenementen daarheen te halen.”

“Je komt haast niemand tegen. Er is niks te doen. De sport leeft er ook niet.”

Voor de deelnemers is het een duur geintje. Deelname bij de motoren kost al snel 100.000 euro per rijder, exclusief vluchten en bijkomende zaken. Daarnaast zijn de kosten voor het team eromheen enorm. Om één teamlid drie weken lang toegang te verlenen tot het bivak, kost al gauw zo’n 12.000 euro. “Al die motoren, trucks en auto’s moeten daarheen verscheept worden. De overnachtingen, het eten, de monteurs, noem maar op. Het kost bakken met geld.” Kortom: zonder fortuin of een trits aan sponsors, is deelnemen aan Dakar Rally onmogelijk.

Zelf de eindstreep halen
De fysiotherapeut wil zelf graag ook nog eens meedoen. “Binnen nu en vijf jaar is de planning. Ik ga dan niet voor de prijzen meedoen, gezien de risico’s. Dan wordt het te gevaarlijk. De eindstreep van de race (bijna 10.000 kilometer rijden, red.) halen, dat is de bedoeling. De uitslag is dan bijzaak. De bedoeling was om vorig jaar mee te rijden, maar de komst van zijn derde zoon stelde dit plan uit.

Toch is het nog een droom die fier overeind staat. “Drie weken in het zand klooien. Ik ben opgegroeid met de sport, dat zou zo gaaf zijn. Qua avontuur, maar zeker ook op mentaal en fysiek vlak. Op de motor moet je alles zelf doen, je hebt geen navigator aan je zijde. Motorrijders zijn wat betreft de échte Dakarmannen, die doen alles alleen.”

Daarvoor heeft Nelissen dan wel sponsors nodig. Maar da’s voor later.

Foto’s: Bart Nelissen

- Advertentie -
Lees ook

Meest Gelezen