Het waren geen bunkers zoals in eerste instantie werd gedacht, maar twee betonnen loopgraven die per ongeluk werden ontdekt in Neerkant. Ze zijn van Nederlandse makelij en afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog. De gemeente wil de ene loopgraaf met schuil-nis schenken aan het Oorlogsmuseum in Overloon en proberen de andere loopgraaf te laten liggen op de originele plek.
De archeologische vondsten werden gedaan tijdens de voorbereidende werkzaamheden voor de bouw van 18 woningen. Die moeten vlakbij de gevonden loopgraven komen te staan aan de zuidelijke rand van Neerkant, achter de bebouwing aan de Meistraat en aan de voormalige Zaadweg.
Veiligheid
Of het mogelijk is om één van de loopgraven te laten liggen op de oorspronkelijk plek moet blijken uit nader onderzoek. De gemeente benadrukt dat veiligheid daarbij een belangrijk aandachtspunt is. De bedoeling is dat de andere loopgraaf wordt overgedragen aan het Oorlogsmuseum in Overloon.
Het gaat volgens de gemeente om een waardevolle vondst die een aanwinst is voor de geschiedenis van de gemeente Deurne en de Peel-Raamstelling. “De loopgraven met schuil-nis worden enkel in een Duits boek over verdedigingswerken in Nederland uit 1941 vermeld, zonder dat hieraan een naam of aanduiding is gegeven. Na de oorlog zijn de loopgraven gekanteld en begraven.”
Prijskaartje
Wat voor precieze gevolgen het voornemen heeft om de ene loopgraaf te schenken en de andere te behouden, is nog onduidelijk. De gemeente gaat komende tijd inzichtelijk maken wat de huidige plannen betekenen voor de bouw van de 18 huizen. Ook moet duidelijk worden wat voor prijskaartje hangt aan de ideeën voor de twee loopgraven.
De ene loopgraaf met schuil-nis wil de gemeente nog voor de Kerst aan het Oorlogsmuseum in Overloon overdragen. Het transport van het betonnen gevaarte wordt waarschijnlijk nog een hele uitdaging. Voor zover nu kan worden ingeschat is de loopgraaf ongeveer negen meter lang en zo’n drie meter breed. Om de hoogte van de archeologische vondst vast te kunnen stellen, moet deze eerst volledig worden uitgegraven.
Foto: gemeente Deurne/Ramon van Hoek