De brandweer is zaterdagochtend iets voor 10.00 uur uit moeten rukken voor een kleine buitenbrand aan de Jan van Tooropstraat. Daar was brand ontstaan door het afbranden van onkruid waarna ook onbedoeld grotere beplanting in vlammen op ging en moest worden geblust door de brandweer.
Steeds meer mensen gebruiken onkruidbranders om snel en doeltreffend onkruid weg te branden, maar die branders zijn minder onschuldig dan ze lijken. Omdat het onkruid wordt verbrand met een directe vlam is er een groot risico op brand. Zeker in droge periodes en in de buurt van andere beplanting of brandbare materialen.
De brandweer heeft een aantal tips om veilig aan de slag te gaan met een onkruidbrander.
- Kies voor een elektrische onkruidbrander in plaats van eentje op gas. Bij deze modellen is de kans dat het vuur overspringt een stuk kleiner.
- Zorg voor je start met de onkruidbrander dat je altijd blusmiddelen in de buurt hebt staan, zoals een paar emmers water of een op een kraan aangesloten tuinslang.
- Hou voldoende afstand van andere beplanting als struiken, gras, bladeren, hagen. Maar ook andere brandbare materialen moet je mijden met de onkruidbrander zoals een houten tuinhuis, carport of garagebox. Daarnaast is het belangrijk dat je ver weg blijft van ventilatieopeningen in muren omdat het vuur anders het isolatiemateriaal tussen de muren in brand kan zetten.
- Hou rekening met de wind, want die kan het vuur ineens in een andere richting sturen maar het vuur kan zich ook onder de grond verspreiden bij het gebruik van een onkruidbrander.
- Het is voldoende om onkruid een paar seconden te verhitten. Je hoeft de plantjes niet tot de grond toe weg te branden want na enkele seconden barsten de cellen van de plant en droogt deze uit.
- Laat het verbrande onkruid steeds goed afkoelen voor je het in de groene bak of een zak doet.
Foto: Harold van der Burgt
