Hoewel de reconstructie van de N270 tussen Deurne en de grens met Limburg al enige tijd is afgerond en het gedeelte van de weg in december vorig jaar officieel werd geopend, zijn er nog een paar laatste loodjes die moeten worden uitgevoerd. Die hebben niet zozeer te maken met de weg zelf, maar meer met de natuur eromheen.
De provincie Noord-Brabant is bezig met de afrondende ecologische maatregelen, zoals faunarasters. Deze sluiten aan op de vier faunatunnels die al zijn aangelegd tijdens de reconstructie. De rasters moeten voorkomen dat klein wild zoals dassen en marters de weg oversteken door ze naar de tunnels te leiden.
Zo’n raster bestaat uit een hek met houten palen van ongeveer 90 centimeter hoog die een bepaald gebied afzetten. De materialen gaan een stukje de grond in zodat dieren er niet onderdoor kunnen graven. De rasters naar de faunapassages lopen bij elke tunnel 300 meter naar links en 300 meter rechts. Deze rasters zijn volgens de natuurwetgeving verplicht.
Naast de faunarasters die door de provincie worden gerealiseerd, legt de gemeente Deurne een nieuw bosperceel aan van ongeveer twee hectare. De aanplant gebeurt naar aanleiding van het overleg met Stichting Boombelijd om het verlies van een strook bosperceel van 1,3 hectare langs de N270 extra te compenseren in de vorm van bosaanplant. Het nieuwe bos wordt aangelegd op een landbouwperceel dat is omgeven door bos en is eigendom van de gemeente Deurne.
Foto: provincie Noord-Brabant
