De Wet Geurhinder en Veehouderij beschermt burgers nog steeds onvoldoende tegen ernstige stankoverlast, blijkt uit onderzoek van Zembla in onder meer Deurne. Terwijl bekend is dat langdurige blootstelling daaraan kan leiden tot gezondheidsproblemen. De eerste aflevering van de special over ‘Stank en strijd’ in Deurne is vanavond te zien op NPO 2.
In zowel 2016 als in 2019 werden staatssecretarissen Dijksma en Van Veldhoven al geadviseerd om de wet aan te passen, maar dat gebeurde niet. Tijdens de tv-opnamen van Zembla in Deurne zegt staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen toe de wet opnieuw onder de loep te gaan nemen. “Op het moment dat die aangepast moet worden, dan gaan we hem ook aanpassen.”
Meer stankoverlast
Doel van de Wet Geurhinder en Veehouderij die in 2007 van kracht werd, was om veehouders de ruimte te bieden om te kunnen groeien en tegelijkertijd stankoverlast aan banden te leggen. Maar in de praktijk blijkt de wet omwonenden nauwelijks te beschermen, stellen deskundigen in Zembla. “Deze wet is bedoeld om de belangen van veehouders te beschermen”, zegt milieu-jurist Valentijn Wösten. Volgens geurexpert Hugo van Belois leidt de wet juist tot meer stankoverlast. Beiden zijn te zien in de eerste aflevering van de documentaire ‘Stank en strijd’ over de situatie in Deurne.
Grote frustratie
Zo maakt de wet het veehouders mogelijk om in overbelaste situaties toch uit te breiden en legaal meer stank te verspreiden dan de vastgestelde geurnormen. Wösten: “Heel simpel komt het erop neer dat als je al veel stank veroorzaakt, je mag blijven doorgaan met het veroorzaken van die stankoverlast.” Tot grote frustratie van het lokaal bestuur. “Ik heb geen gereedschap om dat aan te kunnen pakken. Een ondernemer vraagt een vergunning aan en die hebben we dan te toetsen aan wet- en regelgeving en als ie voldoet, dan heb je hem te verlenen”, zegt Marinus Biemans, wethouder van Deurne.
Rekenmodellen
Zembla maakte in onze gemeente een tweeluik over de jarenlange strijd van bewoners tegen stankoverlast van vooral varkens- en pluimveebedrijven. Een ander probleem is dat de wet geen rekening houdt met de stankoverlast waar omwonenden daadwerkelijk mee te maken hebben. Dat komt doordat er alleen maar gekeken wordt naar rekenmodellen en gemiddelde emissies. Als een vergunning eenmaal is verleend, wordt bovendien achteraf niet meer gemeten of de vooraf berekende stankemissies ook echt kloppen. “Het grote manco in het vergunningenbeleid”, aldus Valentijn Wösten.
Gezondheid
Langdurige blootstelling aan stankoverlast is niet alleen hinderlijk, het is ook slecht voor de gezondheid, zegt Renske Nijdam, adviseur Milieu & Gezondheid van GGD Brabant Zuidoost. “Als je niet weet hoelang de stank duurt, dan wordt het heel lastig om daar mee om te gaan. Je hebt er zelf geen grip op. Je krijgt hoofdpijn, je wordt benauwd, je wordt duizelig en het kan leiden tot slapeloosheid.”
Kritiek
Er is al jarenlang stevige kritiek op de Wet Geurhinder en Veehouderij. In 2015 bleek uit onderzoek van de GGD en het Institute for Risk Assessment Sciences dat in Noord-Brabant en Limburg in de praktijk veel meer stankoverlast werd ervaren dan volgens de wet te verwachten was. De overheid laat vervolgens de wet evalueren. In 2016 adviseert de werkgroep: “De wet- en regelgeving moet, meer dan nu, burgers beschermen tegen vermijdbare blootstelling aan geur.”
Verbeteringen
Maar toenmalig staatssecretaris Dijksma legt het advies naast zich neer. Ze ziet geen aan aanleiding de wet aan te passen. Volgens haar is geurhinder een lokaal probleem dat lokaal moet worden opgelost. In 2019 concludeert ook de Commissie geurhinder veehouderijen dat structurele verbeteringen nodig zijn in de manier waarop we in Nederland geurhinder aanpakken. Maar ook dit advies heeft niet geleid tot structurele wijzigingen in de wet.
Onder de loep
Staatssecretaris Heijnen zegt in de uitzending van Zembla die vanavond op tv te zien is toe de wet opnieuw te gaan evalueren. Ook gaat ze kijken naar de mogelijkheden om geuremissies te gaan meten in plaats van berekenen. “Ik denk dat het heel belangrijk is om inzicht te krijgen in wat nou precies een objectieve meting is. Ik wil daar graag mee aan de slag om te kijken hoe we objectieve metingen kunnen gaan toepassen.”
De reportage van Zembla is in twee delen te zien op NPO 2 op donderdag 28 april en donderdag 5 mei om 20.25 uur. De uitzendingen worden allebei een week later op donderdagochtend om 9.25 uur herhaald ook op NPO 2 bij BNNVARA.
Foto: Zembla/BNNVARA