De veranderingsvergunning die de provincie heeft verleend voor de uitbreiding van de GFT-compostering van Attero in Deurne, rammelt volgens geurexpert Cor Coenrady aan alle kanten. De deskundige zegt in een 79 pagina tellend rapport onder meer dat de vastgelegde grenswaarde voor de geuremissie een schrijffout bevat en daardoor een factor miljoen lager ligt dan de aangevraagde geuruitstoot.
“Verder is de vergunde geuremissie veel te hoog en het voorschreven geurrendement van de afgasreiniging te laag”, zegt Coenrady. Er ontbreken volgens hem diverse voorschriften wat betreft de monitoring van de geuremissie. Ook is volgens de geurexpert de wettelijk vereiste zogenoemde BBT-toets slechts ten dele uitgevoerd en is hij kritisch over het functioneren de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) in deze zaak.
‘De neus’
Cor Coenrady die ook bekend staat als ‘de neus’ is na zijn pensioen nog actief als zelfstandig gerechtelijk deskundige op het gebied van Omgevingsrecht, met als specialisme: lucht, geur en externe veiligheid. Hij werd in het derde deel van Stank & Strijd van onderzoeksprogramma Zembla ingeschakeld om de situatie bij Attero ter plekke in te schatten met behulp van zijn gecertificeerde reukorgaan.
Eenvoudige aanvraag
Hij constateerde in het dossier Attero Deurne dat er door elf partijen uitvoerig beschreven zienswijzen werden ingediend bij een relatief eenvoudige aanvraag voor een veranderingsvergunning, waarvan drie partijen buurbedrijven zijn. “Zoveel zienswijzen, duidt op iets. Dat was voor mij de reden om een nader onderzoek in te stellen en ook in overleg te treden met verschillende partijen”, zegt Coenrady.
Het onderzoek heeft de geurexpert uit het Gelderse Elst op eigen titel uitgevoerd en niet in opdracht van welke organisatie dan ook, legt hij uit: “Er is geen sprake van opdrachtgeverschap van ook maar één van de partijen. Ook niet van Zembla in combinatie met BNN/VARA.”
Maatschappelijk belang
Waarom de geurexpert er dan toch zoveel tijd in heeft gestoken, is volgens hem vanwege het maatschappelijk belang ervan en om alle betrokken partijen te informeren. “Dat doe ik wel eens vaker”, zegt Coenrady over rapport dat hij heeft geschreven over de uitbreiding van de productiecapaciteit van de GFT-compostering van Attero in Deurne van 50.000 naar 65.000 ton per jaar. Hij heeft het document niet alleen naar Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant gestuurd maar ook naar onder meer de fractie van de Partij voor de Dieren in Noord-Brabant en de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.
Complexe dossiers
Die laatstgenoemde organisatie heeft volgens Cor Coenrady te weinig inhoudelijk juridische en technische kennis, een gebrek aan deskundig chemisch-technologisch personeel, te beperkt budget en beperkt inzicht van Europees recht en het principe van Best Beschikbare Technieken (BBT). “Vanuit mijn ervaring als gerechtelijk deskundige weet ik dat niet alleen de ODZOB maar ook diverse andere Omgevingsdiensten grote moeite hebben met complexe VTH-dossiers (red. Vergunningverlening, toezicht en handhaving)”. Ook laat volgens de geurexpert de communicatie van de omgevingsdiensten in combinatie met verantwoordelijke bestuurders richting omwonenden sterk te wensen over.
Eigen vlees keuren
Daarnaast voert de Omgevingsdienst bij geurklachten niet de juiste vereiste processtappen uit, zegt Coenrady: “Door het voorschrijven van een geurbeheerplan in de vergunning van Attero met daarin een protocol voor de reactie op geconstateerde geurincidenten, bijvoorbeeld klachten wordt de verantwoordelijkheid over de beoordeling en afhandeling van geurklachten door het bevoegd gezag in zijn geheel bij Attero gelegd.” Dat is volgens ‘de neus’ een onjuiste handelswijze, waarbij de slager zijn eigen vlees keurt: “Dit is in strijd met NTA 9065 en in strijd met de Algemene beginselen van behoorlijk bestuur.”
Bevoegd gezag
De meeste van de betrokken partijen waaronder de ODZOB geven aan dat het aan Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant is om als bevoegd gezag inhoudelijk te reageren. In Deurne is ervoor gekozen om alle milieutaken neer te leggen bij de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB). Daarom kan de gemeente geen inhoudelijk antwoord geven op het conceptrapport van Coenrady. “Ondanks dat wij niet inhoudelijk kunnen reageren waarderen wij uw inzet hierop en zullen uw conclusies bespreken met de provincie en mogelijk later nog met de ODZOB”, aldus de gemeente Deurne.
In februari van vorig jaar kwam Actiegroep (G)een Frisse Toekomst (G.F.T.) in opstand tegen de uitbreidingsvergunning. In een zienswijze gericht aan het college van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant zette de actiegroep uiteen dat het vergunningsontwerp verschillende formele gebreken heeft. Ook werden de 266 handtekeningen bijgevoegd van de petitie tegen de uitbreiding.
Leefbaarheid onder druk
Anita Maassen van de Deurnese actiegroep is blij met het onderzoek van geurexpert Coenrady, omdat haar vermoedens en zorgen nu zijn bevestigd door een vooraanstaande deskundige op dit gebied: “De leefbaarheid van heel veel inwoners van Deurne staat onder grote druk. Ook ontstaat er schade aan het milieu.” Ze hoopt dat de bevindingen in het rapport van Coenrady ervoor zorgen dat er opnieuw wordt gekeken naar de situatie in Deurne.
De geurexpert zelf benadrukt dat er genoeg aanleiding is om de zaak nog eens goed tegen het licht te houden. “Hopelijk komt er bij Attero een nieuwe actuele vergunning, alsmede een nader gesprek tussen partijen. Naar mijn mening is daar alle reden toe”, besluit geurdeskundige Cor Coenrady.
Foto: Cor Coenrady/Still Zembla-BNNVARA
