Een gebied van acht hectare aan ruimte voor bedrijven moet er bijkomen met het plan Kranenmortel-zuid. Voor ondernemers in gemeente Deurne een droom die uitkomt, maar voor omwonenden een nachtmerrie.
Afgelopen dinsdag werd in de commissie Omgeving een presentatie gegeven van hoe de uitbreiding van bedrijventerrein Kranenmortel er uit moet komen zien. Marij Bennenbroek woont op steenworp afstand van het beoogde gebied en sprak haar zorgen uit: “Het is een verdere stap in de cumulatie van milieubelasting, die de grens van het aanvaardbare allang heeft overschreden.”
Bedreigend en schadend
Namens bezorgde bewoners van het buurtschap Breemortel en de wijken Koolhof, Zeilberg en St. Jozefparochie richtte Bennenbroek het woord aan de Deurnese politiek. Daarbij benadrukte ze dat het plan in deze vorm en op deze locatie bedreigend en schadend is voor de leefbaarheid van de omgeving.
Vooral de aanwezigheid van zeer zware industrie op het al bestaande bedrijventerrein in combinatie met nog verdere uitbreiding van het gebied is volgens de omwonenden het recept voor een nog grotere potentiële ramp. “Het bestaande Kranenmortel met bedrijven in milieu-categorie 5.2 is een ongewenste en zoals recentelijk is gebleken, gevaarlijke concentratie van risico’s, ingeklemd tussen drie dichtbevolkte woonwijken”, zegt Bennenbroek.
Kettingreactie
De brand bij afvalverwerker Attero was volgens de omwonenden geen incident, maar een symptoom van een falend systeem: “Het toonde een reële kans op een kettingreactie met een nabijgelegen Ceveso-bedrijf en andere risicovolle bedrijven. Op papier wordt Kranenmortel-Zuid gepresenteerd als een modern en duurzaam bedrijventerrein met minimale impact. Deze voorstelling van zaken miskent echter de realiteit waarin wij leven.”
Daarbij wijst Bennenbroek ook naar het rapport van expert Cor Coenrady. Hij is gerechtelijk deskundige op het gebied van omgevingsrecht, met als specialisme: lucht, geur en externe veiligheid en schreef een 79 pagina’s tellend rapport over de vergunning die Attero kreeg van de provincie. Coenrady constateerde dat de vergunde geuremissie veel te hoog is en het voorschreven geurrendement van de afgasreiniging te laag.
Te weinig inzicht
Hoewel de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant (ODZOB) toeziet op de strenge regelgeving is Coenrady kritisch over het functioneren van die organisatie in deze zaak. Er is bij de ODZOB volgens de geurexpert te weinig inhoudelijk juridische en technische kennis. Ook zegt hij dat er een gebrek aan deskundig chemisch-technologisch personeel is en een te beperkt budget.
Zo zou de wettelijk vereiste zogeheten BBT-toets (Best Beschikbare Technieken) bij Attero slechts ten dele uitgevoerd zijn. Volgens Coenrady is dat te wijten aan te weinig inzicht bij de ODZOB van Europees recht en het principe van BBT.
Zwaar vrachtverkeer
De bezorgde omwonenden vragen zich ook af wat de uitbreiding van het bedrijventerrein voor gevolgen heeft wat betreft de toename van het aantal verkeersbewegingen. “Je krijgt meer zwaar vrachtverkeer op bijvoorbeeld de Breemortelweg en Liesselseweg, zonder dat er een coherente visie op veiligheid en afwikkeling is”, zegt Bennebroek. “Dat terwijl 44 procent van de bewoners van de omliggende wijken zich al zorgen maakt over de luchtkwaliteit.”
Dat ondernemers en de politiek al sinds 2020 bekend zijn met het voornemen voor de uitbreiding van het bedrijventerrein, maar de omwonenden het via de media pas hoorden in het voorjaar van 2024 is voor Bennenbroek ook een doorn in het oog: “De procedure is voor ons een toonbeeld van een ernstige tekortkoming als het gaat om participatie. Wij zijn niet als volwaardige gesprekspartners bij de start van het proces betrokken, maar werden geconfronteerd met onder andere een conceptplan. Dit is volgens ons in strijd met elke moderne opvatting van een zorgvuldige omgevingsdialoog.”
Druk van Brainport-regio
De gemeente stelt dat er in en rondom Deurne veel behoefte is aan een nieuw bedrijventerrein. Bennenbroek trekt dat in twijfel: “Onze gemeente heeft met ruim 217 hectare veel meer industriegebied dan vergelijkbare gemeentes in de regio. Bovendien bleek in 2020 uit het haalbaarheidsonderzoek dat Deurne kampt met duizenden vierkante meters leegstand. Is er daadwerkelijk lokale behoefte of bezwijkt Deurne onder de druk van de Brainport-regio, waarbij de gemeente haar regierol verliest?”
De presentatie die afgelopen dinsdag in de vergadering van de raadscommissie Omgeving werd gegeven, was bedoeld om politici bij te praten over de voortgang van de plannen voor het bedrijventerrein. Daarbij bleek dat de energievoorziening nog een uitdaging wordt voor ondernemers die zich er gaan vestigen. Die krijgen per kavel maximaal een aansluiting van drie keer 80 ampère.
Volgens wethouder Tom Oomen hoeft dat geen onoverkomelijk probleem te zijn: “Deze situatie hebben we ook op Willige Laagt in Liessel en daar hebben zich ook talloze bedrijven gevestigd. Daarnaast zie je dat ondernemers vaak heel innovatief zijn als ze tegen beperkingen oplopen.”
Lees ook: Nieuwdossier – Stank en strijd
Foto: Josanne van der Heijden/Walter van Bussel/Zembla