De gemeente Deurne heeft met de Crisis- en herstelwet (Chw) een middel om bestaande geurhinder aan te pakken maar maakt er volgens staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Watersaat (IenW) geen gebruik van. Het instrument zou door de gemeente als arbeidsintensief en juridisch risicovol worden ervaren. Dat schrijft ze maandag in een brief aan de Tweede Kamer waarin zij de Kamerleden informeert over de geurproblematiek in Deurne.
Voor situaties waarbij sprake is van grote geurhinder, kan een gemeente met het Crisis- en herstelwet experiment (Chw) een bestaande vergunning aanpassen en bijvoorbeeld aanvullende eisen stellen. Toch maakt de gemeente daar volgens de staatssecretaris geen gebruik van. “Deurne is op de hoogte van dit instrument, maar loopt naar eigen zeggen aan tegen het probleem van een complexe onderbouwing van de toepassing van dit instrument. Verder heeft de gemeente zorgen over de omvang van de nadeelcompensatie”, zegt Heijnen.
Noodkreten
Deze problemen en zorgen worden volgens Deurne door meerdere gemeenten gedeeld en zijn door wethouder Marinus Biemans in de afgelopen jaren op verschillende momenten gemeld aan het ministerie. Hij benadrukte in die noodkreten dat de Crisis- en herstelwet en Wet geurhinder geen soelaas bieden voor bestaande situaties en dat de manoeuvreerruimte voor de gemeente onvoldoende was om keuzes te maken voor gewenste duurzame ontwikkelingen. “Daarnaast houdt de Crisis- en herstelwet geen rekening met het feit dat de overbelaste geursituatie op deze locaties wordt veroorzaakt door piekmomenten. Wij staan open voor een gesprek hierover met u”, meldde Biemans destijds meerdere keren aan het ministerie.
Zembla
Pas op 8 april van vorig jaar na de eerste uitzending van de documentaire Stank en strijd van Zembla kreeg de gemeente het bericht dat staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat en minister Henk Staghouwer van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar Deurne zouden komen om samen met de gemeente te kijken naar praktijkgevallen, de regelgeving en waar het volgens de gemeente schuurt.
Gesprek
Die dag vond er op initiatief van de gemeente Deurne een overleg plaats met medewerkers van verschillende instanties. “Na mijn werkbezoek is het gesprek met de gemeente Deurne en andere betrokken partijen, de Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (Odzob), de GGD, het ministerie van LNV en de Provincie Noord-Brabant, blijvend voortgezet”, zegt staatssecretaris Heijnen.
Werkbare aanpak
Uit die overleggen is onder andere voortgekomen dat Deurne heeft voorgesteld om op korte termijn met een aanpak te komen voor situaties waar sprake is van grote geurhinder. “Dit wil de gemeente doen door aan de hand van een of meerdere concrete casussen een werkbare aanpak te ontwikkelen die daarna breder toegepast kan worden. Deze aanpak moet in ieder geval leiden tot vermindering van het aantal overbelaste geurgevoelige woningen”, meldt Heijnen.
Betrokkenen
Bij de aanpak worden volgens haar zowel de veehouders en ZLTO, als omwonenden, Vereniging Stop de Stank, GGD en experts betrokken: “De mogelijkheden van Chw zullen daarbij ook aan de orde komen. Ook wordt gekeken of andere gemeenten met een eigen casus aan willen sluiten. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft aangeboden om mee te willen denken en te adviseren bij de uitvoering van deze aanpak, waaronder ook de mogelijkheden van Chw.”
Vinger aan de pols
Er is volgens de staatssecretaris verder afgesproken om met elkaar de vinger aan de pols te blijven houden bij de voortgang. “Ik heb goede hoop dat er met de aanpak die Deurne voorstelt en de bijstand die het ministerie heeft toegezegd, een praktische en werkbare aanpak komt die Deurne en andere gemeenten zal helpen bij de aanpak van geurhinder. De ervaringen uit de gesprekken in Deurne neem ik ook mee in de ontwikkeling van samenhangend beleid, dat lokaal zal doorwerken”, vertelt Heijnen.
Strengere eisen
Gemeente Deurne heeft aan de staatssecretaris de ontwikkeling van emissies van ammoniak, fijn stof en geur over een aantal jaren laten zien. “De algemene trend in Deurne is dat de totale emissies van al deze stoffen afnemen, met name bij de vleesvarkens. Dit komt volgens de gemeente onder meer door de strengere eisen die de gemeente stelt in haar geurgebiedsvisie en geurverordening en het meewegen van gezondheidseffecten van het houden van landbouwhuisdieren”, legt Vivianne Heijnen uit.
Combiluchtwassers
Ze geeft aan dat hiermee dus ook dat de geurhinder afneemt: “Dit neemt niet weg dat er nog situaties zijn waar veel geurhinder ervaren wordt. Bij deze situaties waar sprake is van veel geurhinder spelen combiluchtwassers die minder goed presteren dan verwacht ook een rol.” Samen met de gemeente Deurne heeft het ministerie verschillende technische mogelijkheden besproken die zouden kunnen zorgen voor een verbetering van de werking van de geurreductiesystemen.
Praktische maatregelen
De staatssecretaris zegt dat hierbij concreet is gekeken naar de invloed van het ontwerp en het toepassen van maatregelen, zoals de hoogte van de ventilatieopening en de snelheid van de uitstromende lucht. “De gemeente Deurne is op zoek naar praktische maatregelen die op korte termijn toe te passen zijn”, aldus Heijnen.
Schone Lucht Akkoord
Daarnaast loopt er in het kader van het Schone Lucht Akkoord in de provincie Noord-Brabant een pilot voor het goed benutten van biologische combiluchtwassers in de varkenshouderij. Het doel hiervan is om te komen tot een aanpak waarmee bestaande biologische combi-luchtwassers in varkenshouderijbedrijven in Noord-Brabant en uiteindelijk ook landelijk, goed benut kunnen worden voor ammoniak- (secundair fijnstof) en geurverwijdering.
Minder geurhinder
Verder heeft staatssecretaris Heijnen in november vorig jaar aanbevelingen voor de korte termijn overgenomen in de beleidsreactie op het rapport ‘verbetering effectiviteit emissiearme stallen’. “De realisatie van deze aanbevelingen zal voor bestaande stallen naar verwachting ook voor geur in Deurne tot betere resultaten, en daarmee minder geurhinder, gaan leiden”, zegt Heijnen.
Lees ook: Gemeente Deurne luidde al jaren noodklok bij ministeries over knelpunten geurhinder