25.9 C
Deurne
woensdag 30 april 2025
Home Blog

Oldtimerbromfietsliefhebbers Vette Bougie zoeken grenzen op tijdens eerste rit van het jaar

De leden van oldtimerbromfietsclub De Vette Bougie uit Deurne hebben de afgelopen wintermaanden gebruikt om hun antieke tweewielers weer tiptop in orde te maken en staan te popelen om de eerste toertocht van 2025 te rijden. Komende zondag starten de bromfietsenthousiastelingen om 10.00 uur aan de rit die alle grenzen van gemeente Deurne aandoet.

“Wij gaan een ‘grensrit’ rijden van ongeveer 80 kilometer”, vertellen Martien Nooijen en Toon Melgers van De Vette Bougie. Het tweetal heeft de route uitgestippeld voor de tocht. “Daarmee begint voor ons het plezier van de rit eigenlijk nog voordat we vetrekken. Het wordt voor onze leden weer een hele mooie beleving. Het is natuurlijk ook voor mensen langs de weg leuk om ons te zien rijden in onze gemeente”, zegt Melgers. Vanaf komende rit wordt er tot september elke maand een toertocht gereden door de leden van De Vette Bougie.

Echte werk
De club bestaat al sinds 9 oktober 1998 en heeft inmiddels ruim honderd leden. Die rijden op de meest uiteenlopende oldtimerbromfietsen. Van een oude Puch of Zundapp tot een klassieke Aprilia of Flandria. Voor bestuurslid Ivan van Oosterhout wordt het zondag de laatste keer dat hij onofficieel meerijdt. Tot nu toe werd oogluikend toegestaan dat hij op een moderne scooter meereed om de tocht te kunnen filmen, maar de volgende keer gaat hij voor het echte werk.

Na verwoede pogingen om een aantal ‘opknappers’ te restaureren, heeft Van Oosterhout nu gekozen om zijn Batavus, Kazal, Puch en twee Honda’s van de hand te doen en die in te ruilen voor een Garelli die al rijklaar is: “Ik was heel ambitieus begonnen aan het opknappen van de brommers, maar er gaat toch meer tijd in zitten dan ik dacht. Dus daarom ben ik nu toch maar overgestapt op iets waar nog maar weinig aan hoeft te gebeuren.”

Aanwinst
Dat Van Oosterhout nog één keer de tocht moet rijden op een niet-oldtimer heeft te maken met de keuring van zijn ‘nieuwe’ oldtimer. “Ik moet de Garelli komende dinsdag laten keuren, dus helaas kan ik er deze rit nog net niet mee meerijden. De volgende tocht gaat dat zeker wel gebeuren. Deze bromfiets is niet alleen een aanwinst voor mezelf, maar ook voor de club. Er rijden er namelijk niet zoveel meer van rond hier in de omgeving”, aldus Van Oosterhout.

Het bestuurslid roept iedereen met een oldtimerbromfiets op om ook eens een keer deel te nemen aan een tocht van De Vette Bougie: “Het is een hele leuke club van allemaal mede-oldtimerliefhebbers. Je moet wel minimaal 16 jaar oud zijn en je bromfiets moet 25 jaar of ouder zijn. Het mogen dus echt hele oudjes zijn, maar ook bijvoorbeeld een Honda MT uit de jaren 90. Niet-leden kunnen meerijden voor een tientje en mochten ze daarna lid worden, dan krijgen ze tien euro korting op het tarief voor het lidmaatschap. We hopen zo onze club met nog meer fanatiekelingen te kunnen uitbreiden.”

Aanmelden voor de rit kan via devettebougie.nl. Deelnemers moeten zich zondagochtend om 09.30 uur melden bij Café De Kroeg aan de Blassiustraat 7 in Deurne-Zeilberg. Om 10.00 uur start de tocht en rond 15.00 uur worden de bromfietsrijders weer terug verwacht bij hun ‘clubhuis’.

Foto: De Vette Bougie

Ebusco opnieuw in financiële problemen met 200 miljoen euro verlies; toeleverancier eist faillissement

Het voortbestaan van elektrische busfabrikant Ebusco uit Deurne staat opnieuw onder druk. Het bedrijf heeft weer extra kapitaal nodig om uit acute geldnood te komen. Bovendien heeft een toeleverancier van Ebusco die met onbetaalde rekeningen zit, het faillissement van het Deurnese bedrijf aangevraagd. De rechter oordeelt daar komende dinsdag over.

Uit de jaarcijfers die Ebusco woensdagochtend heeft gepubliceerd, blijkt dat de bussenbouwer vorig jaar een verlies van 200 miljoen euro heeft geleden. “2024 was een extreem uitdagend jaar voor Ebusco en 2025 blijft een zeer uitdagend jaar. Hoewel we al belangrijke stappen hebben gezet, erkennen we dat er nog een lange weg te gaan is en dat de liquiditeitssituatie nog steeds een grote uitdaging vormt”, zegt CEO Christian Schreyer van Ebusco.

Schuldeisers
De omzet van het bedrijf was in 2023 nog 102,4 miljoen, maar afgelopen jaar bleef die beperkt tot 10,7 miljoen euro. Door de financiële problemen is de productie in de tweede helft van 2024 vrijwel stil komen te liggen.

De schulden die de bussenbouwer op dit moment heeft bij toeleveranciers zijn ‘significant hoger’ dan wat Ebusco in staat is om op korte termijn te kunnen voldoen. Hoe problematisch dit wordt voor de busfabrikant is vooral afhankelijk van hoe welwillend schuldeisers zijn wat betreft eventuele betalingsregelingen.

Kritiek moment
Vorig jaar haalde Ebusco door een extra aandelenuitgifte 36 miljoen euro op. Met dat geld moest een ‘Turnaround Plan’ zorgen dat het bedrijf weer op de rit zou komen. Daarbij wordt onder meer bezuinigd op personeelskosten en zouden zo’n honderd banen verdwijnen. Ook wordt de vestiging in Venray gesloten. “Het zal geen verrassing zijn dat mijn eerste maanden als CEO van Ebusco zeer intensief waren. Ik ben bij Ebusco begonnen op een kritiek moment, midden in een enorme en urgente ‘turnaround’, zowel operationeel als financieel”, aldus Schreyer.

Ebusco kan op dit moment nog niet over nieuwe bankkredieten beschikken omdat het nog wacht op een gedeelte van de 22 miljoen euro die in februari zijn geleend bij investeerders. De bussenbouwer onderzoekt daarom mogelijkheden om voldoende werkkapitaal te verzamelen. Overleg met banken heeft daarin tot nu toe niet geleid tot een oplossing.

Nieuwe interim CFO
Tot woensdag trad Jan Piet Valk op als interim CFO bij Ebusco. Zijn rol wordt met directe ingang overgenomen door Mark de Haas. “Als ervaren CFO is hij goed toegerust om Ebusco door de onzekere financiële situatie te loodsen”, zegt Schreyer.

Hoewel er nog veel onzekerheden zijn, denkt de topman dat het bedrijf op de goede weg is. Daarbij benadrukt de CEO wel dat er hoe dan ook hulp van buitenaf nodig is voor de bussenbouwer. “Ondanks alle vooruitgang, inspanningen en beoogde plannen moeten we erkennen dat Ebusco, zelfs na de volledige implementatie van het ‘Turnaround Plan’, een sterke partner nodig zal hebben om het bedrijf te kunnen opschalen en duurzaam succesvol te zijn”, aldus Schreyer.

Foto: Ebusco

Politie Deurne zoekt getuigen van gebruik illegale pootklem: ‘Kat heeft het overleefd met veel pijn’

De politie is op zoek naar mensen met tips over een kat die in de buurt van de Mauritsstraat en Derpsestraat in Deurne vast kwam te zitten in een illegale klem. Hoewel het dier het voorval heeft overleefd, moet er volgens de politie sprake zijn geweest van enorm leed: “Zes weken geleden kwam een kat in deze walgelijke pootklem, heeft het overleefd met veel pijn.”

De politie benadrukt dat het gebruik van een dergelijke klem verboden is en heeft deze daarom ook in beslag genomen. Pootklemmen worden gebruikt om wild te vangen en zijn in Nederland niet toegestaan vanwege de wrede manier waarop dieren erin aan hun einde komen. Ze zitten vaak dagenlang gevangen en sterven een pijnlijke dood.

Omdat onduidelijk is van wie de in Deurne gevonden klem is, heeft de politie een getuigenoproep gedaan in de hoop dat iemand iets meer weet dat kan leiden tot het opsporen van de eigenaar. Tips doorgeven kan door te bellen met 0900-8844 of anoniem op 0800-7000 onder vermelding van registratienummer 2025093297.

Begin deze maand trof dierenpolitie Oost-Brabant in gemeente Deurne ook al een kat aan die vast zat in een illegale vangkooi. Dat dier kon in goede gezondheid weer thuis bezorgd worden. De eigenaar van de kooi kwam er vanaf met een officiële politiewaarschuwing, omdat hij zei dat hij niet wist dat een dergelijke vangkooi verboden is.

Aan de Bruggenseweg in Deurne kwam in 2019 ook een kat in een pootklem vast te zitten. Het beestje raakte hierbij zo zwaar gewond dat de dierenarts moest besluiten de kat in te laten inslapen.

Foto: dierenpolitie Oost-Brabant

AutoMaatje Deurne zoekt nieuwe planner die weet wanneer ‘het klikt’

Het initiatief AutoMaatje van de ANWB bestaat inmiddels tien jaar en ook in Deurne worden al enkele jaren minder mobiele mensen met succes geholpen door plaatsgenoten. Voor de service in onze gemeente is de plaatselijke organisatie op zoek naar een nieuwe planner/matchmaker die deelnemers en chauffeurs bij elkaar brengt.

AutoMaatje is in Deurne een groot succes, vertelt coördinator Ria Kandelaars: “Vorig jaar hebben we 4.155 ritten gereden, dus 346 ritten gemiddeld per maand. Dit jaar stevenen we nu al op meer dan 5.000 ritten af. We rijden nu meer dan 100 ritten per maand méér dan vorig jaar in dezelfde periode.”

Verbinder in het geheel
Helaas gaat één van de planners/matchmakers van AutoMaatje Deurne stoppen. “Wegens een druk privéprogramma lukt het hem niet meer om deze leuke vrijwilligerstaak erbij te doen”, zegt Kandelaars. Daarom doet de organisatie nu een oproep aan mensen om zich aan te melden als nieuwe medewerker. “Want zonder een goede planner krijgen we de ruim 400 ritten die we nu per maand rijden niet goed weggezet.”

De nieuwe medewerker komt volgens Kandelaars terecht in een team met een aantal enthousiaste mede-matchmakers: “Samen met hen ben je de verbinder in het geheel. Je taken zijn: telefonie, bemiddeling en relatiebeheer. Hij of zij kent na verloop van tijd de deelnemers én de chauffeurs en maakt op basis van de ervaringen én via een simpel computersysteem de best mogelijke match.”

Glimlach
De organisatie is op zoek naar iemand die op dinsdagochtend van 09.00 tot 12.00 uur beschikbaar is en kan omgaan met een computer en eenvoudige software. “Je hebt interesse in anderen en bezorgt mensen graag een glimlach. Verder vind je het leuk om te bellen met de deelnemers en vrijwilligers en hen aan elkaar te koppelen”, aldus Kandelaars. Er is ook mogelijkheid om vanuit huis te werken.

Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met coördinatoren Ria Kandelaars en Anniek van Keulen van ANWB AutoMaatje Deurne door te bellen met 0493-352500.

Foto: ANWB

Deurnese Henk Driessen telt af naar de dood: ‘Een depressie ondergaan, is topsport’

De zomervakantie, een concert van je lievelingsband, een goed glas wijn of een mooi boek: er is altijd wel iets om naar uit te kijken. De 58-jarige Henk Driessen uit Deurne ervaart dat anders, want hij kijkt uit naar de dood. Hij kampt al jarenlang met depressies en voelt zich alleen. Zelfmoord is voor hem geen optie. Om het taboe rond mentale gezondheid te doorbreken, doet hij zijn verhaal: “Het laatste dat ik wil, is zielig gevonden worden.”

Het leven is voor Driessen nooit eenvoudig geweest, zegt hij: “Ik ben altijd zwaar op de hand geweest, maar de laatste zeventien jaar zijn de depressies heviger geworden. Je treft me vandaag op een goede dag. Ik zou deze dag zeker een 9 geven, want het zonnetje schijnt en er staat hier mooie muziek op. Vanavond wil ik bij Helmond Sport kijken. Morgen kan de vlag er ineens heel anders bij hangen. Een depressie hebben, is topsport. Je staat altijd aan en kunt er niet aan ontsnappen. Het voelt alsof je dagelijks oorlog met jezelf voert.”

De Deurnenaar probeert er elke dag even op uit te gaan, maar ook een tochtje naar de supermarkt verloopt doorgaans niet gemakkelijk: “Ik moet de deur uit, want anders word ik gek. Dat is niet altijd even eenvoudig. Want soms ben ik angstig en durf ik niet naar buiten te gaan. Dit interview is bedoeld als noodkreet. Vanuit mezelf voor anderen. Psychiatrische cliënten krijgen vaak geen podium, maar ik wil hen een stem geven.”

Taboe doorbreken
Het doel van Driessen is om een taboe te doorbreken en mensen wakker te schudden: “Je mentale gezondheid is ontzettend belangrijk. We leven in een psychotische tijdgeest. Wat ik daarmee bedoel, is dat mensen niet stilstaan bij de lijdensweg van anderen. Heel veel jongeren hebben suïcidale gedachtes. Dat kwam tijdens de coronaperiode duidelijk naar voren. Dat vraagt om actie.”

Er zijn volgens Driessen maar weinig personen met wie hij kan praten over deze problematiek: “Veel mensen begrijpen niet wat er zich in mijn hoofd afspeelt. Mijn ervaring is dat 90 procent van de Nederlandse bevolking niet snapt wat een depressie inhoudt. Ik voel me daardoor vaak eenzaam. Mijn praktijkondersteuner en maatschappelijk werker begrijpen het wel, dus gelukkig kan ik met hen wel in gesprek gaan.”

Geluk is overschat begrip
Uitkijken naar de dood is een onderwerp dat voor veel mensen als schokkend wordt ervaren. Dat beseft ook Driessen zich: “Ik wil niet zielig gevonden worden, maar deze gevoelens juist een smoel geven. Sinds 2008 worstel ik met steeds heviger wordende depressies. Mijn vader kampte ook met ernstige zwaarmoedigheid. Ik ben eigenlijk niet anders gewend dan met donkere periodes te leven. Gelukkig zijn, is een overschat begrip. Het gaat erom dat je je leven betekenis kunt geven. Nu probeer ik zingeving te vinden door te schrijven voor lokale media.”

De Deurnenaar slikt medicijnen, waaronder antipsychosemedicijn Haldol en Lamotrigine dat werkt tegen zijn depressies. “De medicijnen halen de scherpe kantjes eraf”, vertelt hij.

Eigen uitvaart regelen
Zelfmoord is niet aan de orde. Niet meer, want Driessen heeft er wel over nagedacht: “Ik heb mijn huisarts in het verleden om euthanasie gevraagd, omdat ik suïcidale gedachtes had. Die gedachtes heb ik nog steeds, maar in tegenstelling tot vroeger ga ik daar niet naar handelen. Die periode is afgesloten, maar als mijn einde eraan komt, juich ik dat toe. Wel graag over drie maanden, want ik wil nog wat zaken regelen voor mijn uitvaart.”

Wat er in zijn laatste tijd moet gebeuren, heeft Driessen al helder: “Ik wil van een aantal mensen afscheid nemen, anderen wil ik wat nalaten en ik wil mijn grafrede zodanig opgesteld hebben dat er een eerlijk verhaal verteld wordt. Een verhaal over hoe ik was als mens. Dat betekent dus dat mijn minder mooie kanten ook naar voren komen. Makkelijk ben ik niet.”

Dagen aftellen
Ondanks zijn naar eigen zeggen kleine maar hechte netwerk van vrienden die hem door dik en dun steunen, voelt Driessen zich alleen: “Het klinkt misschien tegenstrijdig als je hoort dat ik veel mensen ken, maar me toch eenzaam en onbegrepen voel. Ik tel de dagen af. Mijn vader stierf toen hij 67 jaar was. Ik ben nu 58. De medicijnen die ik slik, verkorten het leven van de gebruiker. Als dat gebeurt, heb ik daar vrede mee.”

Als hij zou moeten omschrijven hoe hij zich voelt, verwijst Driessen graag naar de film ‘Ik Ook Van Jou’ uit 2001 van regisseur Ruud van Hemert. In deze film – die gebaseerd is op het gelijknamige boek van Ronald Giphart – worstelt een vrouw met haar mentale gezondheid: “Dit hoofdpersonage kampt ook met depressies en heeft moeite om overeind te blijven. Angela Schijf speelt die rol zo ontzettend goed. Ik verliet de bioscoop jankend, omdat ik dezelfde oorlog in mijn hoofd ervaarde als Reza, die zij speelde.”

Eerlijk bezighouden
Driessen hoopt impact te maken: “Mensen delen de mooie momenten uit hun leven op social media in de hoop daarvoor beloond te worden met lieve woorden. Ik schrijf eerlijk op wat me bezighoudt en dat een tochtje naar de supermarkt al als een enorme opgave kan voelen. Dat snappen mensen niet, waardoor ze negatief reageren. Mijn gevoelens doen er ook toe en mogen ook gehoord worden.”

Denk je aan zelfdoding of ben je op zoek naar verhalen van hoop of lotgenotencontact? Neem dan direct contact op met 113 zelfmoordpreventie. Je kunt ook bellen naar 0800-0113 of chatten.

Foto: Mieke Kanters

Onenigheid over aantal mannelijke geslachtsdelen in kunstwerk dat inspiratie vormde voor Tapijt van Deurne

Kunsthistorici in Groot Brittannië zijn in een verhitte discussie verwikkeld geraakt over het kunstwerk dat de inspiratie vormde voor het Tapijt van Deurne. Het bekende Tapijt van Bayeux laat van een aantal mensen en dieren de mannelijke geslachtsdelen zien. Twee experts zijn het oneens over hoeveel er precies geteld kunnen worden. De vraag is of het er 93 of 94 zijn?

Net als het Tapijt van Deurne is het een borduurwerk waarbij dezelfde zogeheten Bayeuxsteek is gebruikt. De opgenaaide draadtechniek is te zien in zowel het 70 meter lange Tapijt van Bayeux als in het 20 meter lange Deurnese kunstwerk. Maar daar houdt de gelijkenis tussen de twee borduurwerken voor het grootste deel op.

Bij het tapijt waarop de geschiedenis van Deurne – vanaf de laatste ijstijd tot heden – is uitgebeeld, zijn geen mannelijke geslachtsdelen te bespeuren. Dit in tegenstelling tot het Tapijt van Bayeux dat stamt uit 1068. Het borduurwerk is één van de belangrijkste middeleeuwse kunstschatten ter wereld. Het laat de Slag bij Hastings in het jaar 1066 zien. Toen viel Normandiër Willem de Veroveraar Engeland aan en versloeg die daar koning Harold.

Bij de gevechtshandelingen worden diverse krijgers en hun paarden getoond. Deze worden volgens professor George Garnett van de Oxford University anatomisch correct weergegeven, inclusief bepaalde lichaamsdelen. Historicus Christopher Monk meent nu een 94ste penis te hebben gevonden in het tapijt. Bij een rennende man is iets te zien dat onder zijn tuniek bungelt. Garnett zegt dat het de schede van een zwaard of dolk is, maar Monk houdt vol dat het een mannelijk lid is.

Foto’s: Bayeux Museum

Twintig zorgorganisaties en zestien gemeenten tekenen regionale Green Deal Zorg

Gemeente Deurne en het Elkerliek ziekenhuis behoren tot de zestien gemeenten en twintig zorgorganisaties die afgelopen vrijdag de regionale Green Deal Zorg 2025-2026 hebben ondertekend. Ook de LEVgroep en ORO maken deel uit van het samenwerkingsverband dat is gericht op verduurzaming voor een toekomstbestendige zorgsector.

De 36 organisaties kwamen vrijdag bijeen in de congreszaal van het Catharina ziekenhuis in Eindhoven om hun deelname te onderschrijven. Bij dit moment waren vijftig bestuurders, wethouders en duurzaamheidsprofessionals aanwezig. Zij zetten symbolisch hun handtekening op boombladeren, die gezamenlijk een boom vormen.

Zeven thema’s
“We zijn enorm trots dat we hiermee doorgaan. De afgelopen zes jaar zijn er al goede resultaten behaald in verduurzaming. Die weg zetten we voort. De nadruk lag eerst op de Milieuthermometer zorg, die komt nu meer te liggen op samenwerking op zeven duurzame thema’s”, zegt wethouder Rik Thijs van gemeente Eindhoven.

De zorginstellingen hebben tijdens de samenwerking inmiddels de certificering Milieu Thermometer Zorg behaald. Zeventien met de beoordeling brons, vier zilver en één goud. Onderdeel hiervan was het opstellen van een CO2-reductieplan. De organisaties verwachten dat ze met alle maatregelen zo’n 48 procent CO2 minder gaan uitstoten in 2030 ten opzichte van 2020.

Maximale binnentemperatuur
Daarnaast is er om energie te besparen een maximale binnentemperatuur afgesproken in ziekenhuizen en zorginstellingen en werd een stappenplan ontwikkeld voor duurzame keukens en catering. Verder is er al getest met de inzet van deelvervoer.

Tijdens de bijeenkomst van afgelopen vrijdag zijn de eerste schetsen gemaakt om de verdere samenwerking op basis van zeven thema’s vorm te geven. Zo zijn de zorgpartijen verdeeld in werkgroepen en zijn er doelstellingen geformuleerd. Binnen de thema’s wordt gekeken naar de mogelijkheid om collectief op te trekken. Hierdoor verwachten de samenwerkende partijen meer impact te kunnen maken, sneller te kunnen handelen en kosten te kunnen drukken.

De zeven thema’s van de regionale Green Deal Zorg 2025-2026 zijn: verminderen van de milieubelasting van medicatie(gebruik), energie, gezondheidsbevordering & voeding, circulariteit en grondstoffenverbruik, mobiliteit, klimaatadaptatie en bewustwording & communicatie.

Foto: Elkerliek ziekenhuis

Dodenherdenking in Zeilberg; werkgroep wil namen van oorlogsslachtoffers een gezicht geven

Net als op andere plekken in Nederland vindt komende zondag de Dodenherdenking plaats in de Zeilberg. Die begint traditiegetrouw in gemeenschapshuis Den Draai met een korte bijeenkomst, waarna de plechtigheid wordt voortgezet bij het oorlogsmonument tegenover de Clarinet. Dit jaar wordt door werkgroep Dodenherdenking Zeilberg opnieuw een poging ondernomen om daarbij de namen die op het monument staan een gezicht te geven.

Tijdens de herdenking van vorig jaar werden foto’s van deze gevallenen geplaatst, maar vanwege de slechte weersomstandigheden werd besloten om met de bezoekers in Den Draai te blijven en niet te gaan kijken naar de afbeeldingen bij het monument.

Stille tocht
De herdenking in Zeilberg begint op 4 mei met de bijeenkomst in het Zeilbergse gemeenschapshuis, waarbij een belangrijke rol voor pastoor Dieter Hedebouw is weggelegd. Hij spreekt een herinnering en een gebed uit en staat stil bij 80 jaar bevrijding.

Rond 19.20 uur sluiten de aanwezigen in Den Draai zich aan achter de harmonie van Muziekvereniging Excelsior en wordt gezamenlijk in een stille tocht de weg naar het oorlogsmonument afgelegd. Daarbij kunnen op dat moment ook mensen zich nog aansluiten die alleen dit onderdeel van de herdenking willen bijwonen.

Foto’s
Dit jaar voert Martien van Rijt namens de werkgroep het woord om alle aanwezigen te verwelkomen. Koor Animato/Vela Monte en leerlingen van basisschool Zeilberg zorgen, net als in Den Draai, voor passende zang. De foto’s van de gevallenen die vorig jaar door het slechte weer alleen door voorbijgangers werden gezien, krijgen dit keer een prominente plek bij het monument. Op deze manier moeten de beelden die door Richard Schoutissen beschikbaar zijn gesteld, dit keer goed te zien zijn.

Elk jaar wordt één van de namen op het monument uitgelicht. Nabestaanden van het betreffende oorlogsslachtoffer plaatsen dan de krans namens de Zeilbergse gemeenschap. Enkele jaren terug waren alle op het monument vermelde personen ‘aan de beurt’ geweest. Daarom plaatste de Dorpsraad Zeilberg twee jaar geleden op uitnodiging van de werkgroep de krans en mocht Thea Mansvelders vorig jaar de krans neerleggen.

Martha Bremmers
Vanaf de komende herdenking wordt de krans weer geplaatst door een nabestaande, mits die traceerbaar is. De werkgroep heeft besloten om voor de duidelijkheid te starten met de eerstgenoemde op het monument: Martha Bremmers. “Pogingen om in contact te komen met nabestaanden zijn helaas niet gelukt en daarom zal de krans geplaatst worden door de werkgroep zelf”, zegt Martien van Rijt. “Daarbij zal natuurlijk wel het verhaal worden voorgelezen dat hoort bij Martha Bremmers, zoals dat is opgetekend in het boekje ‘In stilte herdenken…’, geschreven door Jan en Miranda van de Mortel.”

Martha Bremmers was het eerste Zeilbergse oorlogsslachtoffer. Ze was een dochter van het hoofd van de basisschool in Zeilberg, meester Bremmers en zijn echtgenote. Martha volgde in Rotterdam een opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige en werkte daarna als leerling-verpleegkundige in het R.K. Binnenziekenhuis, dat later het Catharina ziekenhuis zou worden.

Sinterklaasbombardement
Op 6 december 1942 was er een bombardement door de Royal Air Force op de Philipsfabrieken (Sinterklaasbombardement). Een aantal bommen misten hun doel en daardoor vielen er minstens twintig burgerdoden en werden diverse huizen vernield. Ook Martha en enkele zusters van de congregatie Zusters van Liefde bevonden zich onder de slachtoffers.

De krans die namens het gemeentebestuur van Deurne wordt aangeboden, wordt dit keer geplaatst door raadslid Mariëlle Biemans. Namens de Stichting Veteranen Deurne is een afvaardiging aanwezig die ook een krans plaatst.

Schooljeugd
Het is ondertussen ook een traditie geworden dat enkele leden van de werkgroep met leerlingen van groep 7 een route fietsen langs markante oorlogsplekken en het bijbehorende verhaal vertellen. De werkgroep is van mening dat het belangrijk is dat de schooljeugd betrokken wordt bij de herdenking. Daarom worden de leerlingen van groep 7 voorafgaand aan de plechtigheid uitgebreid geïnformeerd over wat er zich in de Zeilberg tijdens de oorlog afspeelde. Leerlingen van groep 8 spreken tijdens de Dodenherdenking hun gedachten uit.

Na afloop is er in Den Draai gelegenheid om na te praten onder het genot van een kop koffie en versnapering.

Foto’s: werkgroep Dodenherdenking Zeilberg/Jan van de Mortel

[UPDATE] Vermiste man (74) in Deurne aangetroffen

De 74-jarige man die sinds maandagavond 19.15 uur werd vermist in Deurne, is aangetroffen. De politie meldde rond 23.10 uur dat hiermee de zoekactie is afgerond.

De man werd het laatst gezien in de buurt van de Vlierdenseweg. In verband met de vermissing werd even na 22.00 uur een Burgernetmelding verstuurd.

Foto: Tim van der Weerden

Motorrijder komt om het leven bij eenzijdig verkeersongeval in De Mortel

Een motorrijder is maandagavond om het leven gekomen bij een eenzijdig verkeersongeval op de Milschot in De Mortel. De man zou een eindje met de motorfiets zijn gaan rijden om te testen of deze naar behoren werkte. Rond 18.30 uur is hij daarbij tegen een boom gebotst.

Omstanders hebben eerste hulp verleend en er kwamen verschillende hulpdiensten, waaronder een traumahelikopter, ter plaatse. Helaas mocht dat niet meer baten en overleed de man vrij snel na het ongeval aan zijn verwondingen.

De politie heeft de weg afgesloten voor verder onderzoek.

Foto’s: Harrie Grijseels

Motorcrosser Dex van den Broek uit Deurne eindigt als vijfde bij Dutch Masters in Oldebroek

Ondanks een hele beperkte voorbereiding reed Dex van den Broek uit Deurne afgelopen weekend een hele sterke tweede wedstrijd van de Dutch Masters of Motocross in Oldebroek. Hij eindigde in het dagklassement op de vijfde plaats dankzij een derde plek in de eerste manche en helaas door gebrek aan rijritme een achtste plaats in de tweede manche.

In de aanloop naar de wedstrijd was het onzeker of de jonge Deurnese motorcrosser in Oldebroek wel mee zou kunnen doen, omdat hij vier weken eerder tijdens de Dutch Masters in Harfsen een beenblessure had opgelopen. In de week voor de wedstrijd kwam er groen licht van de dokter en na slechts één motortraining in Valkenswaard, reisde Van den Broek enthousiast af naar Oldebroek.

Goed en tevreden gevoel
“Ik ben super blij met mijn goede starts, waardoor ik twee keer voorin aan de wedstrijd kon beginnen. Ik wist dat ik conditioneel de afgelopen vier weken weer had ingeleverd en gebrek aan rijritme had. Toch heb ik gestreden voor wat ik waard was, en dat gaf me een heel goed en tevreden gevoel”, zegt Van den Broek na afloop.

Vijf dagen voor de wedstrijd stond het circuit van Oldebroek nog helemaal vol met modder, maar door het harde werken van de club lag het circuit er op zaterdagochtend perfect bij. Tijdens de training was het nog wat mistig en bewolkt. In de middag trok het helemaal open en kwam de zon er door.

Goede ritme
In de vrije training had Van den Broek het goede ritme al snel gevonden, zodat hij in de tijdtraining direct op pad ging om een snelle tijd neer te zetten. Later in de sessie probeerde hij zijn tijd nog een paar keer te verbeteren, maar door gele vlagsituaties lukte dit niet. Niettemin kwam hij uit op een zevende tijd, waarmee hij een goede startplaats uit kon kiezen voor in de manches.

Bij de start van de eerste manche kwam Van den Broek goed weg en dook op een tweede plaats de eerste bocht in. Cole McCullough kwam tijdens de eerste ronde van de derde naar de eerste plaats maar Van den Broek wist Timo Heuver te passeren, zodat hij op een tweede plaats bleef rijden. Vervolgens werd de Deurnenaar gepasseerd door Douwe van Mechgelen en Dani Heitink en kort daarna werd de rode vlag gezwaaid. Omdat 51 procent van de eerste manche gereden was, kwam er geen herstart en eindigde Van den Broek op een mooie vierde plaats.

Voortreffelijke start
Ook in de tweede manche pakte hij een voortreffelijke start en kwam op een derde plaats de eerste bocht door. Op de eerste grote tafelberg stootte Van den Broek meteen door naar een tweede plaats en niet veel later nam hij zelfs de leiding bij de wedstrijd in handen. Twee ronden wist hij stand te houden op de eerste plaats, maar daarna moest hij door gebrek aan wedstrijdritme het tempo iets laten zakken. Van den Broek moest plaatsen prijsgeven en kwam na 28 minuten moegestreden op een achtste plaats over de finish.

“Ik weet waaraan ik moet werken en ik ga vanaf hier weer verder opbouwen richting de volgende Dutch Masters of Motorcross in Markelo. Ook kijk ik uit om mijn begin in de EMX 125 te gaan maken later in mei. Al met al genoeg werk aan de winkel”, aldus Van den Broek.

Foto: Niek Kamper

Koolhof en Heiakker-West aan de beurt bij aanpak van oneigenlijk gebruik gemeentegrond

Om oneigenlijk gebruik van gemeentegrond aan te pakken is gemeente Deurne bezig om contact op te nemen met inwoners van verschillende wijken. Komende tijd wordt dit gedaan in de Koolhof en Heiakker-West. Uit onderzoek van de gemeente is gebleken dat ongeveer 1200 huishoudens gebruikmaken van grond die niet van hen is. Veel mensen hebben dit niet altijd in de gaten.

“Samen met deze inwoners zoeken we uit of dit inderdaad het geval is. We nodigen de inwoners waarvan we denken dat zij gebruikmaken van gemeentegrond uit de Koolhof en Heiakker-West uit voor een informatiebijeenkomst”, zegt de gemeente.

Persoonlijke situatie
Vervolgens ontvangen de bewoners een brief over hoe de stand van zaken is op hun adres. “Daarin nodigen we hen uit om een afspraak te plannen. Tijdens deze afspraak bekijken en bespreken we hun persoonlijke situatie”, aldus de gemeente.

Vorig jaar werd in september gestart met het in kaart brengen van gemeentegronden die door inwoners worden gebruikt in de wijk Sint Jozefparochie. De wijken Heilige Geest en De Vennen volgden in november en Deurne Centrum, Vlier, Provinciebuurt, Walsberg, Houtenhoek en Heiakker-Oost kwamen in december aan de beurt.

‘Niet eerlijk’
Verderop dit jaar worden na de Koolhof en Heiakker-West ook inwoners van Liessel, Vlierden, Neerkant, Helenaveen en het buitengebied aangeschreven. “Met sommige inwoners zijn er wel afspraken en bij andere niet. Dat is niet eerlijk”, stelt de gemeente. “Door met alle inwoners afspraken over het gebruiken van gemeentegrond te maken, behandelen we iedereen gelijk.”

De meeste mensen kunnen de strook grond kopen. Een klein aantal kan het huren. Er is echter ook een groep inwoners die de strook grond vrij moet maken en terug moet geven. Dit heeft volgens de gemeente te maken met een vaste bestemming of plannen voor bepaalde stukken grond.

“Denk bijvoorbeeld aan: het bevorderen van biodiversiteit, ervoor zorgen dat wateroverlast beperkt wordt, het onderhoud van kabels en leidingen of in het kader van verkeersveiligheid. Ook zijn we als gemeente verplicht om onze eigendommen te beschermen. Door het grondgebruik te regelen, voldoen we aan deze plicht.”

Foto: Koolhof Fotosite