Deurne is de enige gemeente in de regio die meer asielzoekers met een verblijfsvergunning huisvest dan wordt gevraagd door de Rijksoverheid. In onze gemeente zijn 46 statushouders van een woning voorzien, terwijl de taakstelling op 44 personen lag. Dit blijkt uit cijfers die asielminister Faber afgelopen week bekend heeft gemaakt.
De andere gemeenten in onze regio lopen achter met het huisvesten van statushouders. Vooral Helmond moet nog een flink aantal asielzoekers met een verblijfsvergunning onderdak geven. In die gemeente zijn 82 statushouders van een woning voorzien. Dat is 38 minder dan de taakstelling van 118 statushouders.
Someren en Asten
Ook in Someren is er een achterstand. Deze gemeente moet 27 statushouders huisvesten, maar heeft er slecht 19 een woning aangeboden. De taakstelling voor Asten is huisvesting van 18 statushouders, daar is een achterstand van 6 mensen.
Statushouders zijn mensen die in Nederland mogen blijven. Zij hebben een verblijfsvergunning, zijn zelfredzaam en hebben recht op een verblijfplaats, werk en onderwijs. Gemeenten hebben de taak om binnen veertien weken nadat iemand een verblijfvergunning krijgt, voor huisvesting te zorgen.
Hotels
Door krapte op de woningmarkt lopen veel gemeenten achter op deze taak. De statushouders zitten daarom langer in de asielopvang. Het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) heeft vorig jaar van de Rijksoverheid de opdracht gekregen om statushouders in kleine aantallen in hotels te plaatsen, zodat er plekken vrijkomen in de asielzoekerscentra. Dit doen zij zonder tussenkomst van de gemeente waarin dit hotel ligt.
In Deurne is dit bijvoorbeeld in april van vorig jaar gebeurd met de plaatsing van 30 statushouders in Fletcher Kloosterhotel Willibrordhaeghe. De asielzoekers worden begeleid vanuit het asielzoekerscentrum in Oirschot.
Lees ook:
- Eerste 20 statushouders ondergebracht in Fletcher Kloosterhotel Willibrordhaeghe
- COA wil dertig statushouders half jaar lang onderbrengen in Fletcher Hotel Willibrordhaeghe
Foto: Pixabay