Met je hobby iemand helpen die alle hoop verloren heeft. Dat is wat Gijsbert Zijpveld zo mooi vindt aan zijn vrijwilligerswerk bij Stichting Gevonden-Verloren. Met zijn metaaldetector zoekt hij op de meest uiteenlopende plekken naar verloren spullen. Al jaren als hobby, inmiddels vier jaar voor de stichting.
“De maatschappij is tegenwoordig al best hard, dus door twee uurtjes van huis te gaan om iemand te helpen en geluk terug te geven vind ik mooi,” zegt Gijsbert. Hij had de stichting al vaker opgezocht en voorbij zien komen. “Toen heb ik uiteindelijk zelf de stoute schoenen aangetrokken en ze benaderd of ze vrijwilligers nodig hadden.”
En dat bleek het geval. In de regio Deurne was er nog niemand actief voor de stichting. Na het invullen van een formulier en een sollicitatiegesprek kon Zijpveld dan ook meteen aan de slag. “Iedereen kan zoeken met een metaaldetector, maar goud en zeker geelgoud is een lastig metaalsoort om te vinden. Je moet expertise hebben.”
Vijftig vrijwilligers
Binnen de stichting heeft iedere regio eigen vrijwilligers: van Groningen tot Limburg. De organisatie heeft als doel om per provincie twee tot drie vrijwilligers hebben die kunnen worden ingezet. In totaal zijn er inmiddels door Nederland een vijftigtal speurders actief.
“Deurne en een straal van vijftig kilometer eromheen is mijn werkgebied. Dus dat zijn bijvoorbeeld ook plekken als Helmond en Eindhoven.” Veel mensen uit de regio denken dat de vrijwilligers helemaal uit Spijkenisse komen om te zoeken omdat de stichting daar is opgezet. “Het heeft nog niet zo’n bekendheid hier in de buurt. De naamsbekendheid in de gemeente Deurne mag zeker omhoog en wat extra aandacht is dus nooit weg”, aldus Gijsbert.
Bij het zoekwerk zijn de vrijwilligers vaak alleen op pad. Al zijn er af en toe ook projecten met andere collega’s. “Dat kan één andere collega zijn, maar ook een groepje. Zo assisteren wij ook politie en brandweer met uiteenlopende zaken. Dat zijn vaak gebeurtenissen met niet zo’n goede afloop. Nabestaanden willen echter toch graag bepaalde dingen terug hebben. Dan gaat bijvoorbeeld een groep van zes vrijwilligers zoeken.”
‘Bling bling’
‘En wat is dan het mooiste dat je ooit gevonden hebt? Dat is een vraag die Gijsbert regelmatig krijgt te horen. “Mensen denken vaak dat iets met veel ‘bling bling’ is of iets groots het mooiste is. Voor mij zit het eerder in een ring van nog geen twintig euro, maar waar een emotionele waarde achter zit. Bijvoorbeeld vanwege het overlijden van een familielid. Dat is met geen twintig miljoen te betalen,” legt Zijpveld uit.
Zo heeft Gijsbert eens voor een meisje van 17 gezocht naar een ring die ze verloor tijdens een scooterritje. “De ring was van haar overleden moeder, maar paste niet goed. Tijdens de rit merkte ze dat het sieraad afgleed en uiteindelijk weg stuiterde.” De ring raakte zoek op een fietspad met aan twee kanten een berm en met aan de ene kant een sloot en aan de andere kant een drukke weg.
“Na een uur of vier veel schroefjes en andere rommel te hebben aangetroffen, vond ik uiteindelijk de ring. Zelf had ze alle hoop opgegeven. Toen ik haar ring vond, zag ik dat het meisje door de grond zakte. Ze dacht dat ze het laatste stukje van haar moeder kwijt was. Dat is in geen geld uit te drukken. Het mooiste is de dankbaarheid van de mensen als je iets van hen terugvindt. Dat is de voornaamste reden waarom vrijwilligers dit doen. Die verschillende emoties zijn met geen pen te beschrijven.”
Honderd procent zeker
De Stichting kent volgens Gijsbert een groot slagingspercentage van ruim tachtig procent. Inmiddels zijn er ruim zesduizend voorwerpen terug gevonden. Vaak wordt in eerste instantie de route nagegaan van waar iemand is geweest. Op die manier kunnen vrijwilligers inschatten of ze het voorwerp kunnen terug vinden.
Er zit verder geen tijdslimiet verbonden aan hun zoekacties. “Als wij er honderd procent zeker van zijn dat we er alles aan hebben gedaan wat binnen onze kennis en kunde ligt, stoppen we. En dan is het voorwerp negen van de tien keer ergens anders verloren geraakt.”
Meer informatie vind je op gevonden-verloren.nl.
Foto’s: Gijsbert Zijpveld