De gemeente trekt 40.000 euro uit voor een onderzoek naar de mogelijke aankoop van De Brink in Liessel om daar in de toekomst zonnepanelen op en rond de waterplas te kunnen plaatsen.
Het bedrijfsterrein werd voorheen gebruikt door de kalkzandsteenfabriek en is eigendom van Xella, maar die heeft begin 2022 de productie in de Liesselse vestiging stilgelegd. In augustus van datzelfde jaar werd er een omheining rond het terrein gezet en sindsdien is het alleen nog toegankelijk voor de sportvissers van HSV De Peel.
Grootschalige opwek
Het idee voor zonnepanelen op het water van De Brink is in september vorig jaar al eens aan de orde gekomen in de Deurnese gemeenteraad bij de behandeling van de Energievisie Deurne 2030. Hierin werd gekozen voor zon-op-dak-oplossingen, maar moeten voor de grootschalige opwek van energie de mogelijkheden worden onderzocht voor windenergie langs de A67 en zonne-energie op de waterplas in Liessel.
In Nederland zijn er al een aantal projecten waar de grootschalige opwek van zonne-energie door drijvende zonnepanelen is gerealiseerd. De Floating Solar-techniek blijkt het beste te werken op binnenwater met weinig stroming en golven. Dat zijn vaak reservoirs en zandwinningsplassen, zoals die bij Liessel. Door de inzet van een draaiend zonnevolgend systeem kan de opbrengst uit de panelen op water met 30 procent worden verhoogd, omdat ze meedraaien met de zon. Een dergelijke techniek wordt al gebruikt bij (drink)waterbedrijven in Rotterdam en Andijk.
Ecologie en waterkwaliteit
Het plaatsen van zonnepanelen op een plas als De Brink heeft volgens de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) wel gevolgen voor de ecologie en waterkwaliteit. “Bij het grootschalig plaatsen van drijvende zonnepanelen dek je in de meeste gevallen stilstaand water af. Hierdoor krijgt het water minder zonlicht en lucht”, aldus de RVO. Over in welke mate dit een negatief effect heeft, blijkt in Nederland nog maar weinig bekend.
Natuurorganisaties zoals de Vogelbescherming zijn bezorgd over zonnepanelen op water omdat ze vrezen dat te weinig licht en lucht de ecosystemen vernietigt. “We onderschrijven de noodzaak van de energietransitie, maar vinden dat natuur en open water daarbij gespaard moeten worden”, aldus de Vogelbescherming. Volgens de organisatie leven veel vogels van het voedsel in het oppervlaktewater en dat zou door de drijvende zonnepanelen verdwijnen.
‘Zonneladder’
De Vogelbescherming en andere natuurorganisaties vinden dat moet worden begonnen met zonnepanelen op daken. Dit is ook in overeenstemming met de door de rijksoverheid opgestelde landelijke ‘zonneladder’. “Nog lang niet alle daken, gevels en geluidswallen zijn volledig benut en er zijn ook nog genoeg onaantrekkelijke of braakliggende terreinen die geschikt zijn voor de aanleg van zonneparken, zoals stroken langs snelwegen, onverkoopbare bouwgronden en ongebruikte industrieterreinen. Natuur- en productieve landbouwgebieden staan onderaan op de zonneladder”, meldt de Vogelbescherming.
Ook de energievisie voor Deurne richt zich in eerste instantie op zonnepanelen op daken, maar dat is niet genoeg om de ambitie van de gemeente te verwezenlijken. Die wil de emissie in Deurne in 2030 met minimaal 49 procent verminderen en in 2050 moet onze gemeente volgends de plannen energieneutraal zijn. Grootschalige opwek van energie door middel van windmolens en zonnepanelen op bijvoorbeeld De Brink zouden hiervoor naast ‘zon-op-dak’ noodzakelijk zijn.
66.000 zonnepanelen
Tijdens de behandeling van de energievisie vorig jaar wilde fractievoorzitter Frank van Tilburg van Transparant Deurne weten om welke schaal het dan gaat: “We willen in 2050 in Deurne 646 gigawatt-uur energie opwekken om dan energieneutraal te zijn. Eén hectare zonnepanelen levert in Nederland tussen de half en één gigawatt-uur per jaar op. Stel dat we meest gunstige berekening nemen, dan komt dat neer op 650 hectare zonnepanelen om de doelstelling te halen.”
Uitgaande van de rekensom van Van Tilburg zou het opwekken van zonne-energie op waterplas De Brink daar maar in beperkte mate aan kunnen bijdragen. Het terrein aan de Snoertsebaan heeft een oppervlakte van in totaal 30 hectare. Op een gelijkwaardig groot terrein in België is eind vorig jaar gestart met de aanleg van 66.000 zonnepanelen die jaarlijks 37.000 mega-wattuur produceren.
Windturbines
In de Deurnese energievisie wordt de voorkeur gegeven aan grote windturbines in plaats van zonnepanelen. Daarnaast moeten kleinere windturbines met een as-hoogte van maximaal 15 meter een duurzame oplossing bieden voor de energiebehoefte van bedrijven, zoals agrarische ondernemingen. Een dergelijke windmolen biedt in de ogen van de Deurnese politici een mogelijkheid voor ondernemers en particulieren in het buitengebied om een bijdrage te leveren aan de energietransitie. Daarnaast zou deze lokale energieopwekking voor eigen gebruik ook zorgen voor minder belasting van het stroomnet.
Transparant Deurne stemde vorig jaar als enige partij tegen de voorgenomen plannen, met name vanwege de vrees voor grote velden met zonnepanelen en een muur aan windmolens in de Klimaatcorridor langs de A67. Die zouden dan volgens Van Tilburg op nauwelijks één kilometer komen te staan van een Natura 2000-gebied: “Een koe in de wei is slecht voor de Peel en een windmolen kan zo maar.”
Foto: DMG