Als het aan vereniging Stop de Stank ligt, is er maar één manier om te komen tot minder geuroverlast; ‘Minder dieren’. Daarom pleitte de organisatie er maandag tijdens een hoorzitting bij de provincie voor, dat de door Gedeputeerde Staten verleende experimenteerruimte aan een varkenshouder aan de Beuzen in Deurne moet worden ingetrokken.
Het bedrijf heeft die ruimte gekregen omdat het onderdeel is van innovatiepark De Vlier in Deurne, waar met nieuwe technieken wordt geprobeerd de uitstoot van onder meer ammoniak in de komende jaren met 85 procent te verminderen.
‘Provincie heeft zitten slapen’
Stop de Stank heeft er weinig vertrouwen in dat dit wordt behaald en vindt dat de stankoverlast direct moet worden aangepakt door de vermindering van het aantal dieren. Daarnaast is de verleende experimenteerruimte volgens advocaat Nout Verbeek van Stop de Stank in strijd met de uitspraak van de rechtbank in Den Haag eerder dit jaar. Die heeft gesteld dat maximaal 19,4 odour units voor geurbelasting moet worden gehanteerd. “De provincie heeft gewoon zitten slapen, ze hadden die ruimte om te experimenteren helemaal niet mogen geven,” zeg Verbeek.
Hetzelfde doel
Projectleider Jos van Gastel van het Deurnese innovatiepark De Vlier vindt het jammer dat Stop de Stank nu net bezwaar maakt tegen de ontheffing voor dit bedrijf: “Uiteindelijk hebben wij namelijk hetzelfde doel; een flinke vermindering van geuroverlast en emissies. Alleen willen wij niet enkel de uitstoot van ammoniak beperken, maar ook de emissie van methaan, fijnstof en stikstof.”
Van Gastel zegt dat met die brede aanpak de geuroverlast nog sterker wordt verminderd: “Wat mensen ruiken, is niet alleen te wijten aan de ammoniak maar vooral ook aan de fijnstof. Hier hechten zich de geurdeeltjes aan die zich dan in de lucht verspreiden.”
Experimenteren
Volgens advocaat Nout Verbeek is Stop de Stank zeker niet tegen een initiatief dat zich richt op het terugdringen van emissies: “Als innovaties er aan kunnen bijdragen dat er minder stank en andere stoffen in de lucht komen, is dat een goede ontwikkeling. Maar niet als daar dan een ontheffing voor nodig is, die zorgt dat die ondernemer vervolgens meer mag uitstoten om te kunnen experimenteren. Dan worden de omwonenden dus ook nog eens de dupe van uitprobeersels, waarvan nog helemaal niet vaststaat dat die gaan werken.”
Monitoringsysteem
Toch zijn de eigenaren van de vijf agrarische bedrijven die bij het innovatiepark zijn aangesloten, volgens Van Gastel positief over de haalbaarheid van de reducties. De technieken die zij willen onderzoeken, zijn er volgens hen juist op gericht om uitstoot tegen te gaan. Ze vinden het daarom vreemd dat de advocaat van Stop de Stank veronderstelt, dat de ammoniakemissie omhoog zou gaan door de experimenteerruimte.
“Die ruimte is nodig omdat die innovatieve technieken niet op een bepaalde lijst staan van traditionele methodes, niet om meer uit te mogen stoten. We hebben een doorrekening laten uitvoeren met nieuwe stalsystemen en dat ziet er veelbelovend uit. Die nieuwe technieken kunnen veel meer reductie opleveren dan de huidige bekende manieren. Daarnaast zijn we bezig met een continu monitoringsysteem, waarbij met sensors precies te zien hoe hoog de uitstoot is, en van welke stof”, zegt Van Gastel van innovatiepark De Vlier.
Verbeek van Stop de Stank heeft zijn bedenkingen over wat er gebeurt met de bevindingen uit een dergelijk systeem: “Hartstikke goed dat er gemonitord wordt, maar wat als uit die gegevens nu blijkt dat de emissies veel te hoog zijn? Wat gebeurt er dan? Als dan wordt geconcludeerd dat het niet mogelijk is om onder de grenzen te blijven? Dan zitten de omwonenden door die experimenteerruimte mogelijk jaren met extra stank en andere uitstoot.”
Wettelijke cijfers
In de ogen van Stop de Stank is er maar één manier waarmee je zeker weet dat de uitstoot van ammoniak naar beneden gaat. “Heel simpel: minder dieren”, zegt Nout Verbeek. “Als je het aantal van 370.000 varkens in Deurne gewoon verlaagt, hoef je geen voorspellingen of veronderstellingen te doen. Dan weet je zeker dat je de wettelijke cijfers haalt.”
Van Gastel vindt dat te kort door de bocht geredeneerd: “Vanuit landelijke beleid wordt het aantal veehouders en dus dieren al sterk verminderd met de stoppersregelingen. Voor de ‘blijvers’ moet er dan wel de mogelijkheid zijn om te verduurzamen en de emissies te beperken. Dat gaat niet van vandaag op morgen, maar ook wij willen dat zo snel mogelijk bereiken. Daarbij streven we naar een integrale aanpak van terugdringing van alle uitstoot, niet alleen die van ammoniak. Door dit proces te frustreren, schiet Stop de Stank zich eigenlijk alleen maar in de eigen voet.”
‘Niet het punt’
De advocaat van Stop de Stank is het daar niet mee eens: “We zijn niet per se tegen de initiatieven van innovatiepark De Vlier, dat is niet het punt. Het gaat ons erom dat met de ontheffing, ten kosten van omwonenden, meer ammoniak mag worden uitgestoten dan landelijk de norm is. Wil je experimenteren om uitstoot te verminderen? Prima, maar doe het dan met minder dieren, zodat je de omgeving met het experiment niet nog meer belast en gewoon binnen de normen blijft,” aldus Verbeek.
De raadsman wijst ook op eerdere innovaties die volgens hem tot niets hebben geleid: “Van emissiearme stalvloeren tot luchtwassers; allemaal zaken waar allerlei beloften over werden gedaan en ook de agrarisch ondernemer veel in heeft geïnvesteerd, maar die uiteindelijk niet goed blijken te werken en bij de rechter belanden.”
Hoopvol
De ondernemers binnen innovatiepark De Vlier zijn wel hoopvol dat nieuwe technieken zullen leiden tot minder uitstoot. Daarbij zijn ze voorstander van een aanpak van de uitstoot bij de bron. “Natuurlijk is het belangrijk dat de uitstoot naar buiten toe wordt beperkt met bijvoorbeeld luchtwassers om mensen in de omgeving te beschermen, maar dat is een zogenoemde ‘end of pipe’-constructie, waarbij je de mogelijkheid laat liggen om nog een heleboel andere uitstoot te verminderen,” legt Jos van Gastel uit.
Volgens de projectleider van het innovatiepark zijn er technieken die beter werken en meer effect hebben voor zowel omwonenden, als de agrarisch ondernemer én de dieren: “Wanneer je de emissies meteen vanaf de bron al vermindert, zorgt dit voor een afname van alle stoffen zowel binnen als buiten de stal. Doordat het systeem er ook voor zorgt dat de stoffen waar de geur zich aan hecht, minder of niet in de lucht komen, wordt ook de geur sterker verminderd. Dit zorgt dus voor een beter klimaat in de stal én daarbuiten.”
De commissie brengt over drie weken haar advies uit over het bezwaar dat Stop de Stank heeft ingediend tegen de aan de Deurnese varkenshouder verleende experimenteerruimte.
Lees ook:
- Deurne gaat geuroverlast in buitengebied aanpakken met drie pilotprojecten
- Innovatiepark De Vlier krijgt 3,1 miljoen voor systeem dat ammoniakuitstoot vermindert
Foto: Stop de Stank