Op dit moment zijn de musea in ons land nog gesloten door de huidige coronaregels maar als dit komende donderdag verandert en het Noordbrabants Museum weer open mag, zal de nieuwe tentoonstelling ‘Poëzie van de Peel’ te zien zijn met onder meer werken van Gerrit van Bakel die het grootste deel van zijn leven in Deurne doorbracht.
Naast werken van Van Bakel kunnen ook creaties van de kunstenaars Martien Coppens en Johan Claassen worden bewonderd, die onlosmakelijk verbonden zijn met het boerenleven in de Peel. De drie kunstenaars belichten elk met hun eigen specialiteit dezelfde thema’s: de boerengemeenschap, de cyclus van seizoenen, leven met de elementen en verbondenheid met de natuur.
Machineachtige werken
Gerrit van Bakel stond vooral bekend om zijn machineachtige werken van multiplex en later ook van staal die hij maakte in zijn werkplaats aan de Randweg in Deurne. Van Bakel verwierf een internationale reputatie met zijn deelname in 1981 en 1984 aan tentoonstellingen in het Van Abbemuseum in Eindhoven en door zijn uitnodiging voor documenta 7 van 1982 in de Duitse stad Kassel. In de Deurnese wijk ‘De Vennen’ werd rond het jaar 2000 een straat naar hem vernoemd.
Willi Martinali
In het begin van de jaren zestig kwam Van Bakel in contact met de Deurnese kunstenaar Willi Martinali. Gerrit was onder de indruk van het werk en levensstijl van Martinali en er ontstond een lange vriendschap tussen de twee. Vanaf het moment van hun ontmoeting startte Van Bakel met schilderen en in 1963 besloot hij naar de kunstacademie in Den Bosch te gaan maar dat was voor hem geen succes. Het gaf hem een gevoel van absurditeit om te moeten schilderen in een traditie die ooit ergens in Italië is begonnen zoals hij het zelf uitlegde.
Geliefde Peelgrond
Teleurgesteld verliet hij in 1965 de academie. Hij wilde zijn aandacht en werk liever wijden aan de verandering van de wereld; de verloedering van de oude, door hem zo geliefde Peelgrond door de snel voortschrijdende landbouwindustrialisatie. Dit vertaalde hij in machineachtige beelden of dingen, zoals Van Bakel zijn werken zelf vaak noemde. Hierbij kwamen techniek en poëzie op een originele manier samen. De machines lijken ver weg te staan van de natuur, maar in werkelijkheid hadden ze altijd een ingenieuze link met de natuur die centraal staat in zijn werk.
Uitzettingscoëfficiënt
Zoals bijvoorbeeld in zijn kunstwerken waarbij door het warmteverschil tussen dag en nacht, dingen krimpen of juist uitzetten en hierdoor gaan bewegen. Zijn beelden zien er technisch uit en vaak bewegen ze maar een paar millimeter door het verschil in uitzettingscoëfficiënt. De titels zoals ‘Dag- en Nachtmachine’ of ‘Wereldwagentjes’ geven al aan dat Gerrit van Bakel altijd op zoek was naar het verband tussen de natuur, techniek en de oorsprong van ideeën zoals die ontstonden bij wetenschappers en onderzoekers in het verleden.
Harmonie van het karrespoor
Als boerenzoon zag Van Bakel hoe technologische vernieuwing het boerenbedrijf veranderde. Volgens hem verstoorde dit ‘de harmonie van het karrespoor’: de verbondenheid tussen land en boer. In zijn kunst probeerde Van Bakel deze verdwenen harmonie weer terug te vinden. Gerrit van Bakel overleed op 18 november 1984 in Deurne. In 2007 werd hem postuum de ‘Witteveen+Bos-prijs voor Kunst+Techniek’ toegekend.
Noordbrabants Museum
De tentoonstelling ‘Poëzie van de Peel’ met onder andere werk van Van Bakel is te zien in Het Noordbrabants Museum vanaf het moment dat musea weer open mogen. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid zijn vanaf donderdag 19 november. Actuele informatie hierover vind je op de website van het Noordbrabants museum. Wanneer het museum weer open is, wordt er gewerkt met tijdsloten zodat er elke keer een beperkt aantal bezoekers voor een bepaalde tijd binnen mag. Bezoekers kunnen online hun ticket reserveren.
Foto: Jan-Kees Steenman
Bekijk hieronder een aantal videobeelden van het werk van Gerrit van Bakel en een interview met de kunstenaar.
https://www.facebook.com/StichtingGerritvanBakel/videos/1462424097207116/