Het weer had met een vrijwel volledige dag aan miezerregen niet toepasselijker kunnen zijn voor World Wetland Day. Zaterdag werd in het kader hiervan over de hele wereld stilgestaan bij het belang van de zogeheten wetlands, waar de Peel er één van is.
Dankzij de vele regen van de afgelopen maanden staat er op dit moment volgens Staatsbosbeheer genoeg water in de Peel, zodat de maatregelen die in de afgelopen jaren zijn genomen in dit hoogveengebied zich kunnen bewijzen.
‘Jarenlange aftakeling’
“We hebben veel werk verzet om ervoor te zorgen dat het regenwater in de Peel wordt vastgehouden”, zegt boswachter Lieke Verhoeven. Ze waarschuwt wel dat hiermee nog niet alle problemen zijn opgelost: “Eén zwaluw maakt nog geen zomer. Oftewel: één natte winter lost niet de jarenlange aftakeling van het hoogveen op.”
De Peel is één van de laatste hoogveengebieden in Nederland. Het is een nat gebied dat enkel gevoed wordt door regenwater. Daarnaast heeft het hoogveen-ecosysteem een lage zuurgraad, is voedselarm en kan veel water opslaan. Hierdoor groeien onder meer veenmossen er goed.
‘Grote internationale betekenis’
Ook is er veel natte en droge heide, waarin veel insecten en vogels zich thuis voelen. De Peel is een moerassig wetland van grote internationale betekenis, omdat het de enige plek in de verre omtrek is die voor vele soorten (trek)vogels groot genoeg is om te rusten en/of te broeden.
Van oorsprong was de Peel een groot en ondoordringbaar moeras. Juist omdat het er altijd zo nat was en het grotendeels onder water stond, kon er nauwelijks zuurstof bij de dode plantenresten komen. Hierdoor werden deze niet verteerd, kwam er laag op laag te liggen en ontstond hoogveen. “Op sommige plekken was het veen hier wel negen meter hoog”, vertelt Verhoeven.
Turfstekers
Tot laat in de vorige eeuw hebben turfstekers – net als bij alle andere veengebieden – het veen afgegraven. Jarenlang gebruikten Nederlanders dit om zich mee te verwarmen, en later als strooisel in stallen. Maar ook nadat het afgraven van veen in de zeventiger jaren was gestopt, ging het verdwijnen van veen door.
De waterhuishouding was, en is nog steeds, vaak zo ingericht dat al het water zo snel mogelijk wordt afgevoerd. Zodat er in het verleden turf gestoken kon worden, maar ook voor de landbouw. Als veen droog komt te liggen, kan zuurstof alsnog zijn gang gaan, waarna het oxideert, de opgeslagen CO2 loslaat en verdwijnt.
Biodiversiteit en CO2-opslag
Staatsbosbeheer wil het hoogveen herstellen omdat het niet alleen positieve effecten op de biodiversiteit heeft, maar ook een methode is om CO2 op te slaan en kan functioneren als wateropslag. “CO2-opslag in veen is zelfs duurzamer dan opslag in bomen, omdat bomen uiteindelijk sterven en de CO2 weer loslaten. Veen daarentegen blijft voor altijd CO2 opnemen en opslaan, mits het niet verdroogt”, zegt Staatsbosbeheer.
Samen met onder andere provincies en waterschappen is begonnen met maatregelen om het water in de Peel vast te houden. “Dit gebied is vooral afhankelijk van regenwater. Maar ook een stabiel en hoog grondwaterpeil is van essentieel belang om te voorkomen dat het regenwater snel wegstroomt. En op jaarbasis valt er genoeg. Het enige wat we hoeven te doen, is ervoor zorgen dat het niet wordt afgevoerd en het waterpeil stabiel blijft”, legt boswachter Lieke Verhoeven uit.
Compartimenten
Staatsbosbeheer zegt dat dit gemakkelijker klinkt dan het is: “Veel van de sloten en watergangen zijn gedempt of ondieper gemaakt. Daarmee voorkom je al een deel van de afvoer. Maar ook via de bodem verdwijnt er veel. Want als het peil in de omliggende gebieden lager is, stroomt het hier weg.”
Boswachter Lieke vertelt dat de Peel daarom is ingedeeld in verschillende delen, waar kades omheen zijn aangelegd: “Die delen noemen we ook wel compartimenten. Met de kades moet ieder compartiment zijn eigen water kunnen vasthouden. Bij te veel water stroomt het via stuwen door naar lager gelegen delen. Zo komt het uiteindelijk in een groot bassin terecht waar het wordt opgevangen. Bovendien zorgen die buffers aan de rand van het gebied voor tegendruk in het grondwater, waardoor dat niet wegstroomt naar lager gelegen delen.”
Streefpeilen
Nu staan voor het eerst sinds lange tijd zowel de compartimenten als de buffers vol water. “Geweldig om te zien”, zegt Verhoeven. “Hydrologen en ecologen hebben voor ieder compartiment een streefpeil vastgesteld. Dat is de ideale waterstand waarin de hoogveenplanten zoals het veenmos zich kunnen ontwikkelen. Die streefpeilen zijn met de regenval van de afgelopen periode vrijwel overal bereikt. Nu is het de vraag in hoeverre al dat water daadwerkelijk hier blijft. Het is een ingewikkeld systeem en waarschijnlijk lekt hier en daar nog regenwater weg. Dat kunnen we nu gaan opsporen en waar mogelijk repareren.”
De verwachting is dat als de omstandigheden goed blijven, zich hier nu meer veenmos kan gaan ontwikkelen. Meestal groeit waterveenmos als eerste, dat is de pionierssoort. Het kan op het water drijven, maar ook heel goed het land opkruipen. “En als er voldoende veenmos groeit, blijft het water makkelijker behouden. Veenmos werkt als een spons, het kan zo’n dertig keer z’n eigen gewicht aan vocht vasthouden”, zegt Staatsbosbeheer.
Overwoekeren
Als het nat genoeg blijft in de Peel, verdwijnen op den duur wel op veel plekken de berken. “Die halen wij nu nog regelmatig weg. Want berken verdampen veel water en verergeren daarmee het verdrogen van de veenbodem. In gebieden die langere tijd onder water staan, overleven berken niet en hoeven wij ze niet meer weg te halen”, legt Lieke Verhoeven uit.
Ze vertelt dat hetzelfde geldt voor het pijpenstrootje en de adelaarsvaren: “In de droge perioden in de afgelopen jaren dreigden zij de hele Peel te overwoekeren, waardoor andere planten geen kans kregen. Als het nat genoeg is groeien zij veel trager en gaan ze op sommige plekken ook dood. Zo kan een gezond hoogveensysteem zichzelf goed in stand houden: de wateropslag vergroot dankzij meer veenmos en het verdampen vermindert door minder bomen.”
Niet mee eens
Boswachter Lieke merkt dat sommige mensen het er niet mee eens zijn dat er bomen worden weggehaald of dat ze bang zijn dat er weer een meters dikke veenbodem terugkomt. “Dat laatste is niet realistisch, maar we willen het hoogveen-ecosysteem in zijn geheel weer veerkrachtig maken. En daarvoor is het vaak nodig om bomen weg te halen. De bomen groeiden van oorsprong ook niet midden in het moeras, enkel aan de rand. Juist vanwege de terugkerende droge jaren hebben we het in Nederland nodig dat we veel meer water gaan vasthouden. En dat kan niet overal. Dus daarvoor moet je juist de gebieden gebruiken die dat wel kunnen, die dat eeuwenlang gedaan hebben”, aldus Verhoeven.
Nu is het volgens haar vooral spannend om te zien hoelang de Peel erin slaagt het vele gevallen regenwater ook echt vast te houden: “Dit zou genoeg moeten zijn om ook in een drogere periode, in het voorjaar of de zomer, voldoende vochtig te blijven. Als dat lukt, kan dit ecosysteem zich stapje voor stapje gaan herstellen. Ik ben benieuwd.”
Foto’s: Staatsbosbeheer/Vincent Oudendijk/Hans Boll/Jan van der Kam