Op de Peel waait het veenpluis en is het felle groen van het voorzichtig groeiende veenmos hier en daar te zien. De natuur herstelt zich goed na de verwoestende brand in 2020, zondag precies vijf jaar geleden. Maar toch zijn er nog veel zwartgeblakerde boomstammen te zien, zelfs jaren na de enorme brand. “Deze berk vecht voor zijn bestaan,” zegt boswachter Sjaak Smits, terwijl hij naast een zwarte stam gaat zitten. “Er zijn nog blaadjes, maar de boom zal het niet redden.”
Maar daar treurt de boswachter niet om. De bomen horen niet thuis op de Deurnese Peel. Staatsbosbeheer wil het zeldzame hoogveen terug. De zwartgeblakerde bomen zullen uiteindelijk omvallen en verdwijnen in het moeras. De natuurontwikkeling en het brandveilig maken van de Peel gaan volgens de boswachter hand in hand. “Er is nu veel meer water. Alles wordt meer open. Met minder bomen en struiken.” Meer mooi hoogveen, minder kans op razendsnelle vlammen.
“Twee jaar geleden kon je nog steeds verkoolde graspollen zien.”
Collega-boswachter Martijn van der Linden pakt wat pijpenstro vast. Een van de grote boosdoeners van de enorme Peelbrand. 800 hectare natuurgebied ging in vlammen op. Het vuur sloeg met het grootste gemak razendsnel over de pollen heen. “Toen ik hier twee jaar geleden kwam, kon je nog steeds verkoolde pollen zien op de Peel”, vertelt Martijn. “Maar nu zie je dat alles helemaal is hersteld. Je kunt niet de garantie geven dat een grote brand niet opnieuw kan gebeuren.”
De afgelopen jaren werkte Staatsbosbeheer samen met de brandweer om de Peel brandveiliger te maken. Er was kritiek na de brand, er was teveel dode vegetatie, varens en pijpenstro, waar het vuur zich te goed aan kon doen. De brandweer had niet genoeg toegang en moest veelal machteloos toekijken hoe stukken natuur in vlammen opgingen. Al waren er ook factoren waar niet veel aan te doen was, zoals de enorme droogte en de snoeiharde wind.
“Omwonende had witte rookpluim gezien.”
“Ik weet nog dat ik net met collega’s een andere brand aan het evalueren was”, vertelt Sjaak Smits. “We hadden even taart erbij gehaald. Toen kregen we een melding van een omwonende, die had een witte rookpluim gezien.” Die witte rookpluim mondde uit in een van de grootste natuurbranden ooit in Nederland. Meer dan tweeduizend brandweermensen werden ingezet, gedurende zes weken.
Sjaak moest razendsnel alle collega’s optrommelen om te voorkomen dat nieuwsgierigen het gebied in gingen. “Ik heb wel bekeuringen aan wielrenners moeten uitdelen. Die probeerden tussen de brandweerauto’s door te rijden. Het is toch mijn rondje, zeiden ze dan. Ik antwoordde dat de brandweermensen liever niet omver gereden worden als ze aan het blussen zijn.”
“Hele populaties dieren verloren gegaan.”
Sjaak maakte zich flinke zorgen over de omwonenden in de Peel. Mensen moesten hun huizen verlaten. En ook een verzorgingshuis werd geëvacueerd. “Dat had een enorme impact op die mensen.” En de boswachter was verdrietig over de dieren die omkwamen in het vuur. “De vegetatie komt terug, dus de dieren uiteindelijk ook. Maar er zijn wel hele populaties verloren gegaan. De gladde slang bijvoorbeeld. Maar nu zijn ze er weer.”
Collega Martijn van der Linden hoopt dat het nooit meer tot een grote brand komt. Hij gaat werken aan de terugkeer van het hoogveen. “De bedoeling is dat hier een uniek stuk natuur komt, dat je bijna nergens meer ziet. Er zullen allerlei zeldzame planten groeien en het zal erg mooi zijn om te zien.” Een nieuwe vernietigende brand, daar moeten Smits en Van der Linden niet aan denken. Het zou al het werk weer teniet doen.
Bron: Omroep Brabant Tekst: Alice van der Plas
Foto: DMG/Martien van Dam / Video: Omroep Brabant