Klachten van mensen uit Deurne over stankoverlast die worden gemeld bij instanties als de omgevingsdienst en gemeente, blijken weinig effect te hebben. Anita Maassen uit Deurne van actiegroep (g)Een Frisse Toekomst die te zien was in het derde deel van de Zembla-documentaire ‘Stank en strijd’ heeft dit zelf ervaren, maar ook gerechtelijk geurdeskundige Cor Coenrady en Ruud Merks van Stankopdekaart.nl bevestigen dit.
Maassen is al geruime tijd bezig om gemeente, provincie en Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant te wijzen op de gevaren voor de volksgezondheid van het industriegebied Kranenmortel in Deurne met veel zware industrie vlakbij elkaar. In haar strijd om een gezonde leefomgeving is ze er achter gekomen dat er met klachten over stank weinig tot niets wordt gedaan of dat ze door gebrekkige communicatie en verkeerde interpretatie in de prullenbak verdwijnen.
Lichtpuntje
Toch is er nu misschien een klein lichtpuntje, vertelt Anita Maassen: “Ik had gehoopt dat er naar aanleiding van het derde deel van de documentaire Stank en strijd van Zembla wat meer actie vanuit de politiek zou komen maar het heeft nog niet opgeleverd wat ik had verwacht. Wel heeft de afdeling Noord-Brabant van de Partij voor de Dieren vragen gesteld over de geurbelasting van Attero in Deurne die op het bedrijventerrein een compostfabriek hebben.” In de uitzending die donderdag 6 oktober was te zien op NPO 2 werd aandacht besteed aan verschillende bedrijven op industrieterrein Kranenmortel.
Schone Lucht Akkoord
In het zogenoemde wederhoordocument dat de programmamakers van Zembla maakten voor de uitzending, zijn de uitspraken van alle partijen vastgelegd waaronder die van een deskundige die stelt dat de geurconcentratie van Attero met de nieuwe vergunning uitkomt rond 800 ouE/m3. Dat zit volgens de Partij voor de Dieren tegen de bovenkant van de marge tussen 200 en 1000 ouE/m3, zoals het genoemde uitvoeringsbesluit voorschrijft. “Dat gaat in tegen het (ook door de provincie ondertekende) Schone Lucht Akkoord (SLA), waarin is afgesproken dat er scherp wordt vergund, tegen de onderkant van die marge”, constateert de Brabantse afdeling van de Partij voor de Dieren.
Geurconcentratie
“Het is in elk geval een begin dat deze politieke partij opheldering wil over of de constateringen juist zijn”, zegt Maassen. In het geval de beweringen niet kloppen wil de Partij voor de Dieren uitleg over wat er niet aan zou kloppen en waaruit dit blijkt. Daarnaast wil de partij weten waar de geurconcentratie met de nieuwe vergunning van Attero dan op uit zou komen indien de 800 ouE/m3 niet zou kloppen.
Afhankelijk van de wind
Ondanks de honderden handtekeningen van bezorgde omwonenden die Maassen heeft verzameld en petities die ze heeft aangeboden bij verschillende instanties, lijkt er niets te veranderen. “Als het niet de geur is van het gft-afval van Attero, dan is het wel een ander ongezond luchtje van een ander bedrijf. Elke dag afhankelijk van de windrichting ruik je iets anders in wijken als de Koolhof, Zeilberg en St. Jozefparochie. Daarom ben ik blij dat de Partij voor de Dieren nu vragen heeft gesteld maar dat is nog lang niet genoeg”, vertelt Maassen van de actiegroep.
Buurt meekrijgen
Want de plannen voor uitbreiding van mestverwerking op bedrijventerrein Kranenmortel zijn ondertussen al goedgekeurd door de gemeenteraad en door Attero wordt Anita benoemd als ‘iemand die heel succesvol is geweest om een buurt mee te krijgen die tegen een industrieterrein in de buurt van een woonwijk is en nu onze vergunningsaanvraag als aanleiding pakt om hier een punt over te maken’.
Geen controles
Want, redeneert Attero in de tv-uitzending van Zembla: “In de afgelopen periode bleken slechte twee gevallen te herleiden naar onze compostfabriek.” Dat is niet zo vreemd volgens Maassen: “Als je het niet goed meldt bij de omgevingsdienst, dan gaan ze ook niks opzoeken of controleren. Want als bijvoorbeeld de melding ‘mestlucht’ is, gaan ze er vanuit dat het mest is en dat is geen compost dus dan wordt er geen link met de compostfabriek van Attero gelegd. Dat terwijl mensen vaak in die gevallen wel de gft-lucht bedoelen. Het is dus sowieso heel belangrijk dat bij meldingen de juiste termen worden gebruikt.”
Omgevingsdienst
Maar zelfs als degene die melding doet van stankoverlast het precies goed weet te omschrijven, is het volgens Ruud Merks maar de vraag of er wat met de klacht wordt gedaan. Hij is de maker van de website Stankopdekaart.nl waar burgers meldingen kunnen doen wanneer ze geuroverlast ervaren. “Wij merken dat de omgevingsdienst vaak niet acteert en het gewoon naast zich neerlegt en het ook niet duidelijk is hoeveel meldingen er zijn. Bij de omgevingsdienst zitten al die meldingen in de database en moet je maar raden hoeveel ze er gehad hebben”, zegt Merks in de documentaire van Zembla.
‘Hier doen wij verder niets mee’
Net als Anita Maassen van de Deurnese actiegroep, raken ook andere burgers gefrustreerd omdat de omgevingsdienst in veel gevallen van klachten niet in actie komt. Ruud Merks legt uit: “Ik zie dan gewoon staan van ‘We hebben teruggebeld, mevrouw nam niet op dus daarmee is het afgehandeld’. Of ‘we hebben het doorgegeven aan de gemeente. Hier doen wij verder niets mee’.”
Kosten geuronderzoek
Dat betekent dat er vervolgens niet wordt onderzocht wat de oorzaak is van de stank die burgers ervaren. De klachten worden niet teruggeleid naar de veroorzaker. Volgens gerechtelijk deskundige Cor Coenrady die vaak wordt ingeschakeld als geurexpert en ook in de Zembla-documentaire was te zien, zegt dat het lage aantal controles alles te maken heeft met de kosten ervan: “De richtlijn voor geur zegt dat je geuronderzoek ter plekke moet instellen. Moet je nagaan als ik hier een uur rond ga rijden dat kost al 100 euro. Als je dat dan een paar keer doet, die gemeente Deurne moet dat allemaal betalen. Dus die heeft zoiets van moet dat allemaal? En die klachten worden dan niet gecontroleerd.”
Burgers niet gehoord
Merks van Stankopdekaart.nl snapt de frustratie van Anita Maassen van actiegroep (g)Een Frisse Toekomst en vertelt in Zembla: “Wat mij ergert is dat burgers niet meer gehoord worden door de overheid. Dat er instanties zijn die het allemaal mooi administreren maar niet taakstellend gewoon gaan zorgen dat een probleem wordt opgelost.”
Toenemende bezorgdheid
Dat terwijl Maassen in haar omgeving merkt dat de bezorgdheid toeneemt over industrieterrein Kranenmortel in Deurne: “Uit de emissieregistraties van de Rijksoverheid blijkt dat de hoeveelheid Zeer Zorgwekkende Stoffen, waaronder benzeen, methaan, VOS en ammoniak boven onze woonwijken en de Kranenmortel enorm is gestegen de laatste jaren. In dat rapport is ook te zien, dat de ammoniakuitstoot door de industrie flink is toegenomen.”
Zwaarste categorie
Op de meeste industrieterreinen in de gemeente Deurne geldt een milieu-categorie 2 tot en met 3.2. Dat wil zeggen dat daar geen zware industrie mag plaatsvinden. Maar op de Kranenmortel mogen tot zelfs de zwaarste categorie 5.1, bedrijven worden gevestigd. Dit kunnen bijvoorbeeld een landbouwchemicaliënfabriek zijn of een farmaceutische grondstoffenfabriek, gasbehandelingsinstallatie of verf- en lakfabriek. Maar ook een kruit- of vuurwerkfabriek zoals die we kennen van de ramp in Enschede, valt binnen diezelfde categorie.