Wethouder Tom Oomen ging afgelopen zaterdag tijdens de Dag van de Witte Stok de uitdaging aan om per trein te reizen met een speciale simulatiebril waarmee hij kon ervaren hoe het is om visueel beperkt te zijn. Op deze manier wilde hij er achter komen waar je dan letterlijk en figuurlijk tegenaan loopt.
Tijdens deze dag probeert de Oogvereniging elk jaar om mensen bewuster te laten worden van wat blind of slechtziend zijn betekent. Voor wethouder Oomen was het een ervaring die grote indruk op hem heeft gemaakt: “Mijn ogen sloten, maar er ging een hele wereld voor mij open.”
Reizen met de trein
Voor de Dag van de Witte Stok waren verschillende wethouders uit de regio uitgenodigd om een tocht af te leggen die bestond uit reizen met de trein en het lopen van een route op een aantal treinstations. Tom Oomen ging namens de gemeente Deurne mee in plaats van wethouder Willy van den Berg die zaterdag ziek was. Hij werd daarbij begeleid door Leo van Rijt uit Deurne die door de oogziekte Retinitis Pigmentosa geleidelijk blind is geworden en nu nog maar 1 procent ziet.
‘Fantastisch gedaan’
Wethouder Tom Oomen kreeg tijdens de reis een simulatiebril op die de gebruiker laat ervaren hoe het is om zoals Leo bijna niets te zien. “We hadden de bril zo ingesteld dat Tom ongeveer hetzelfde zag als ik. Dat is in het begin altijd even wennen en de meeste mensen willen hem vaak het liefst al na een minuut afzetten. Maar de wethouder heeft het fantastisch gedaan. De hele treinrit wilde hij de bril op houden en echt ervaren hoe het voelt om zeer slechtziend te zijn.”
Rateltikkers
Het dragen van de speciale bril heeft wethouder Oomen doen beseffen dat als je gewoon kunt zien, je veel dingen als vanzelfsprekend aanneemt die dat voor mensen met een visuele beperking niet zijn. “Als je door Deurne loopt zie je op sommige plekken de ribbeltegels liggen en je hoort de rateltikkers bij de verkeerslichten. Maar dat je er als slechtziende of blinde zo afhankelijk van bent, daar kom je pas achter als je het zelf ervaart”, vertelt Oomen.
Effectief middel
Leo van Rijt snapt dat mensen die gewoon kunnen zien er niet bij stilstaan wat een visuele beperking met zich meebrengt: “Op bepaalde plekken ziet men natuurlijk die ribbellijnen in de voetpaden maar de meeste mensen beseffen niet hoe belangrijk die voor ons als slechtzienden zijn. Daarom is die simulatiebril een heel effectief middel om anderen te laten ervaren hoe het voor blinden en slechtzienden is om rond te lopen of per trein te reizen.”
NS-stations
Er werden tijdens de Dag van de Witte Stok met opzet treinstations bezocht om aan te tonen wat het belang is van die ribbellijnen en andere hulpmiddelen voor mensen met een visuele beperking. “De NS-stations in ons land zijn veruit de best uitgeruste plekken als het gaat om toegankelijkheid voor blinden en slechtzienden. Overal zijn die ribbellijnen te vinden die je de weg wijzen en waardoor je je op je gemakt voelt”, legt Leo van Rijt uit.
Centrum van Deurne
Dat die hulpmiddelen belangrijk zijn, merkte wethouder Oomen vooral na de reis met de trein en de bezoeken aan een aantal stations. “Na afloop zijn we samen nog wat gaan drinken in het centrum van Deurne en daar wilde Tom de simulatiebril opnieuw opzetten om eens te proberen van de Kerkstraat naar de Potdeksel te lopen. Toen merkte hij het verschil; waar de ribbellijnen op de stations je de weg wijzen, moet je het op heel veel andere plaatsen zoals het Deurnese centrum met veel minder doen”, vertelt Van Rijt.
Dagelijkse werkelijkheid
Voor wethouder Oomen is deze ervaring aanleiding om binnen de gemeente Deurne meer aandacht voor deze situatie te vragen: “Ik ben me er nu heel bewust van dat toegankelijkheid een essentieel onderdeel is van de openbare ruimte en gebouwen.” Dat is een goede zaak vindt Van Rijt: “Met die bril stap je heel even in de wereld van een blinde of slechtziende maar voor mij en heel veel anderen is dit de dagelijkse werkelijkheid. Het in de praktijk meemaken hoe het voelt, geeft mensen die wel kunnen zien het besef dat daar nog veel in te verbeteren is.”
Nieuwe gemeentehuis
Zo heeft Leo ook met de wethouder gesproken over het nieuwe gemeentehuis en in welke mate er bij de verbouwing is rekening gehouden met de toegankelijkheid voor visueel beperkten. “Op de treinstations heeft de wethouder nu zelf ervaren hoe belangrijk dit is. Ik hoop dat hij met die wetenschap ook bij de gemeente nog meer bestuurders kan overtuigen van het belang van goede toegankelijkheid in de openbare ruimte.”
Ervaringsdeskundigen
Het reisje met de wethouder heeft in elke geval opgeleverd dat er een gesprek komt met de gemeente om het onderwerp verder te bespreken. “Dat is een mooie eerste stap”, vindt Van Rijt. Wel benadrukt hij daarbij dat het belangrijk is dat blinden en slechtzienden als ervaringsdeskundigen worden betrokken bij trajecten die moeten leiden tot betere toegankelijkheid voor visueel beperkten: “Wij ‘zien’ andere dingen dan mensen die wel volledig zichtvermogen hebben en kunnen dus het beste adviseren over dit soort zaken.”
Oogcafé de Peel
Van Rijt is ook betrokken bij Oogcafé de Peel dat maandelijks op de eerste donderdag van de maand in gemeenschapshuis Hofke van Marijke een ontmoetingsplaats biedt om kennis te maken met lotgenoten die ook een oogaandoening hebben. Voor meer informatie kun je mailen naar oogcafedepeel@gmail.com of bellen met Leo van Rijt op 06-40143228.
